9.1.1 Een inkomen verdienen

Hoofdstuk 9, paragraaf 1 Een inkomen verdienen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9, paragraaf 1 Een inkomen verdienen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Intro?
  • Wat weten we nog van de vorige les?
  • behandelen Paragraaf 9.1
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Dus hoe verdient een verzekeringsmaatschappij geld?
A
Door de premies zo min mogelijk uit te betalen in uitkeringen
B
Door de uitkeringen niet uit te betalen in premies
C
Door de immateriële schade om te zetten in opstal

Slide 4 - Quizvraag

Een bonus-malusregeling geeft aan:
A
Bonus tegen malus was een bekende bokswedstrijd afgelopen weekend
B
Veel schade bij de cliënt betekent meer winst voor de verzekeringsmaatschappij
C
Weinig schade, betekent minder betalen, vaker schade meer betalen
D
Bij de Albert Heijn moet je altijd je Bonus-malus-pas bij je hebben, anders mag je niet meer naar buiten

Slide 5 - Quizvraag

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 6 - Quizvraag

De zelfbinding geeft eigenlijk aan:
A
Hoe betrokken en afhankelijk je bent als zakelijke partner
B
Dat je het fijn vindt om jezelf vast te binden, raar
C
Hoeveel mensen je om je heen hebt verzameld bij je project
D
Bij een kookgerecht heb je vaak Maizena nodig als bindmiddel, zoiets?

Slide 7 - Quizvraag

Bij hoge verzonken kosten wordt je:
A
Onafhankelijker, je kunt altijd 'uitstappen'
B
Afhankelijker van je zakenpartners, je loopt meer risico

Slide 8 - Quizvraag

Dit betaal je om gedekt te zijn tegen ongevallen:
A
verzekering
B
premie
C
uitkering

Slide 9 - Quizvraag

hoofdstuk 9
paragraaf 1: Inkomen verdienen, Bruto Binnenlands Product

paragraaf 2: De verdeling van inkomen

paragraaf 3: Goede en slechte tijden in de economie


Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen 9.1
- Je weet hoe bedrijven waarde toevoegen;
- je kan berekenen hoeveel waarde bedrijven toevoegen;
- je weet weer wat het Bruto binnenlands product is.


Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig lezen:
- Toegevoegde waarde
- Bbp en inkomen
- Bbp en de welvaart
timer
7:00

Slide 12 - Tekstslide

Toegevoegde waarde

Slide 13 - Tekstslide

Waarde toevoegen
  • De toegevoegde waarde (per product) is de verkooppprijs van het product min de ingekochte goederen en diensten die nodig waren om het product te produceren.

  • De totale toegevoegde waarde van het product is de optelsom van de toegevoegde waardes van de graanboer, meelfabriek, broodfabriek en de supermarkt.

  • De koper van het eindproduct betaalt uiteindelijk de totaal toegevoegde waarde


Slide 14 - Tekstslide

Toegevoegde waarde 
Mensen die de productiefactoren ter beschikking stellen willen hier ook een beloning voor (mensen die bijvoorbeeld in een fabriek werken doen dit niet voor niks). Deze beloning zijn de primaire inkomens
De primaire inkomens worden betaald van de toegevoegde waarde van de verkochte goederen.
Het uiteindelijk overgebleven bedrag is winst


Slide 15 - Tekstslide

Het loon, de pacht (huur), de rente, en de winst zijn primaire inkomens. Deze inkomens worden verdiend in het productieproces, met de inzet van de productiefactoren (?)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bbp en inkomen
BBP = Bruto Binnenlands Product 

De totale toegevoegde waarde van alle producten in een land
Zonder illegale activiteiten (informele sector)
De waarde van de productie van alle bedrijven bij elkaar
Welke “activiteiten” zullen in sommige landen niet worden meegerekend in het BBP?



Slide 18 - Tekstslide

Als het reële bbp stijgt, spreek je van 'economische groei'

Slide 19 - Tekstslide

Vicieuze cirkel
- Arme landen hebben minder geld ter beschikking om te investeren in innovatie en scholing
- hierdoor raken ze nog verder achter op de meer ontwikkelde landen
- China en India zijn voorbeelden van landen die deze vicieuze cirkel doorbroken hebben en meer kunnen investeren

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bbp, goede methode om de welvaart te meten?
  • Wel, omdat je een idee krijgt hoeveel er gemiddeld per persoon geproduceerd wordt

  • Niet, omdat:
  • 1. Je geen goed idee krijgt hoe groot de groep met hoge en lage inkomens is
  • 2. je geen zicht krijgt op de informele sector
  • 3. je kunt met 1 omgerekende dollar in sommige landen meer kopen (koopkracht

Slide 22 - Tekstslide

impact van Corona op economie
wat zien we nu gebeuren?
Wat kan overheid of centrale bank doen?
onrust, vertrouwen valt weg
wat is het gevolg?
wat is het gevolg?

Slide 23 - Tekstslide

impact van Corona op economie
wat zien we nu gebeuren?
Wat kan overheid of centrale bank doen?
onrust, vertrouwen valt weg
wat is het gevolg?
bestedingen en consumptie nemen af
wat is het gevolg?
bedrijven komen in financiele problemen, enz. recessie
overheid: vertrouwen door aan te geven dat er voldoende geld is

overheid: zelf besteden


CB: financiering verruimen

Slide 24 - Tekstslide

Je hebt een kapotte BMW ingekocht voor 50.000 euro, je repareert de auto en verkoopt hem voor 70.000 euro. Je toegevoegde waarde is:
A
10.000 euro
B
20.000 euro
C
je hebt juist verlies
D
weet je niet

Slide 25 - Quizvraag

De toegevoegde waarde:
A
Is de waarde van het verkochte product
B
Is de waarde die je af moet trekken van je verkoopprijs
C
Is de verkoopprijs van het product min de ingekochte goederen en diensten

Slide 26 - Quizvraag

Primaire inkomens is eigenlijk:
A
Het inkomen wat verdient wordt voordat er belasting afgaat
B
Ik zou voor antwoord A gaan
C
Kies antwoord A
D
Waarom kijk je nog naar antwoord D?

Slide 27 - Quizvraag

Er kan meer geïnvesteerd worden in innovatie en onderwijs als:
A
Er meer geavanceerde machines worden ingezet
B
Er economische groei is (en de juiste politieke partij gekozen wordt)
C
Er meer kapitaalgoederen worden ingezet en door migratie beter geschoolde arbeiders beschikbaar worden

Slide 28 - Quizvraag

Waarom is het meten van het bbp niet altijd de beste methode om de welvaart te meten in een land?

Slide 29 - Open vraag

H9 P1: 1, 4, 5, 6, 9, 11

Slide 30 - Tekstslide

lesdoelen gehaald?
- Je weet hoe bedrijven waarde toevoegen;
- je kan berekenen hoeveel waarde bedrijven toevoegen;
- je weet weer wat het Bruto binnenlands product is.

Slide 31 - Tekstslide

volgende les:
we gaan verder met het Bruto binnenlands product
  1. Bbp en inkomen
  2. Economische groei
  3. Bbp en de welvaart

Slide 32 - Tekstslide