Present Perfect


The Present Perfect
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


The Present Perfect

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande zinnen staat in de Present Perfect?
A
I was in New York last year.
B
I have been to Amsterdam twice.
C
I would be going to Leeds.
D
I had played football all my life.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect
I / you / we / they = have + voltooid deelwoord
We have just done our homework.

he / she / it = has + voltooid deelwoord
Billy has won a lot of money in the lottery.

Voltooid deelwoord:
Regelmatige werkwoord: hele werkwoord+ed 

Onregelmatig werkwoord: 3e vorm

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord:

Regelmatig: werkwoord + ed

Onregelmatig: 3e vorm
Vragen in Present Perfect
(questions)
Have + I/you/we/they + voltooid deelwoord + rest vd zin?
Have you been here before?
Have Tom and Sanne kissed yet?

Has + he/she/it + voltooid deelwoord + rest vd zin?
Has he moved to another city?
Has Jesse ever bought a new coat before?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontkenningen in Present Perfect
(negations)
 I/you/we/they + have + not + voltooid deelwoord + rest vd zin.
You have not done your homework yet.
Tom and Sanne have not kissed before.

he/she/it + has + not + voltooid deelwoord + rest vd zin.
He has not moved to another city.
Jessy has not bought a coat before.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je present perfect ?
Wanneer iets eerder is begonnen en nu nog doorgaat. 
I have lived in Bristol since 1984
She has been to the cinema twice this week 
Om te praten over ervaringen
I have never been to France.
She has gone on holiday to Spain two times already.

Wanneer er for, yet, never, ever, just, already, since, lately in de zin staat.
Have you gone anywhere lately?
I have lived here for ten years now.

Slide 6 - Tekstslide

ezelsbrug = fyne jas
welk signaalwoord zit niet in fyne jas = lately {maar hoort er wel bij}
F staat voor = for
Y staat voor = yet
N staat voor = never
E staat voor = ever
J staat voor = just
A staat voor = already
S staat voor = since
past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

ja
no
No
ja

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin(nen) staan in de juiste vorm?
A
I has played football
B
I have played football
C
She has worked here
D
She have worked here

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I (to live) her for ten years already.
A
I lived here for ten years already.
B
I have lived here for ten years already.
C
I has lived here for ten years already.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She (not to be) to the cinema since she was ten.
A
She hasn't been to the cinema since she was ten.
B
She didn't be to the cinema since she was ten.
C
She is not going to be to the cinema since she was ten.
D
She wasn't going to the cinema since she was ten.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My mother (to go) to the cinema twice.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

She (never - to be) in France before.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(you - to do) your homework yet?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We (not - to play) football since the accident.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 1
Put the sentences in the positive form of the present perfect
(bevestigend)
Type the whole sentence

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1) He (to make) clothes for many famous people.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.2) She (to model) for Vogue.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.3) My parents (to be) in the music business since 1984.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.4) Jimmy (to marry) three times.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.5) My brothers (to make) two albums.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.6) Roald Dahl (to write) a lot of books.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.7) He (to work) for a lot of companies.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.8) I (to live) here for many years.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 2
Make questions using the present perfect
(vragend)
Type the whole sentence

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1) (He - to make) clothes for many famous people?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.2) ( She - to model) for Vogue?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.3) ( My parents - to be) in the music business since 1984?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.4) (Jimmy - to marry) three times?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.5) (My brothers - to make) two albums?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.6) (Roald Dahl - to write) a lot of books.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.7) (He - to work) for a lot of companies?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.8) (I - to live) here for many years?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 3
Put the sentences in the negative form of the present perfect
(ontkennend)
Type the whole sentence

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1) He (not - to make) clothes for many famous people.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.2) She (not - to model) for Vogue.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.3) My parents (not - to be) in the music business since 1984.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.4) Jimmy (not - to marry) three times.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.5) My brothers (not - to make) two albums.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.6) Roald Dahl (not - to write) a lot of books.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.7) He (not - to work) for a lot of companies.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.8) I (not - to live) here for many years.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 4
Extra Practice

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 5: Verdieping/Verrijking
Extra Challenge: Present Perfect Continous
Present Perfect Continuous = have/has + been + werkwoord+ing
I have been working

Read the explanation on the first website and then do the exercises on the second website

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Link

Deze slide heeft geen instructies