LES 2 - Primaire en secundaire behoeften

LES 2 - Schaarste, keuzes maken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LES 2 - Schaarste, keuzes maken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  Je kunt uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.
  • met behulp van voorbeelden duidelijk maken wat het verschil is tussen primaire en secundaire behoeften.
  • een beschrijving geven van het begrip welvaart
  • in eigen woorden formuleren wat het verschil is tussen rijkdom en welzijn.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Behoeften:
  • Je hebt iets nodig
  • Je wil iets hebben

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 5 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Primaire behoeften
= basisbehoeften
  • Noodzakelijk
  • Geen luxe

Slide 8 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 9 - Quizvraag

Secundaire behoeften
= luxebehoeften
  • Niet noodzakelijk
  • Luxe

Slide 10 - Tekstslide

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Onderwijs
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Brood

Slide 11 - Sleepvraag

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Tastbaar =  alles wat je vast kunt pakken/aan kunt raken

Slide 12 - Tekstslide

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 13 - Quizvraag

Goederen kun je onderverdelen:

vrije goederen: goederen waarvoor je geen prijs betaalt.
Dit zijn goederen waarvoor geen productiefactoren ingezet hoeven te worden. Voorbeelden: lucht en zonlicht.
schaarse goederen: goederen waarvoor een prijs wordt betaald.
Dit zijn goederen waarvoor productiefactoren ingezet worden om ze te verkrijgen.
Voorbeelden: kraanwater, kleding, etc., etc.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Let op: geen "vriendendienst"

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeld secundaire behoeften

Slide 17 - Woordweb

voorbeeld vrije goederen

Slide 18 - Woordweb

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 19 - Sleepvraag

Consumeren
= Je behoeften bevredigen
  • Je koopt een goed
  • Je gebruikt een dienst

Slide 20 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 21 - Tekstslide

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het meest belangrijk vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het minst leuk vindt

Slide 22 - Quizvraag

Extra uitleg nodig?
Bekijk de filmpjes op de volgende dia's. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video