In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
In een s,t-diagram staat de s voor:
A
Snelheid
B
Afstand
Slide 1 - Quizvraag
Bij het tekenen van een grafiek moet je aan de volgende onderdelen denken:
Slide 2 - Open vraag
Hoe reken je de gemiddelde snelheid uit van een beweging?
Slide 3 - Open vraag
Waarom hebben we het over de gemiddelde snelheid?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Zelf oefenen:
Rekenen de gemiddelde snelheden van jouw bewegingen om naar km/h.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe komt het in de toets?
a. Een wedstrijdzwemmer zwemt 10 baantjes van 50 in precies 7,00 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.
b. Een renpaard legt een afstand van 23 km af in 27 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.
Slide 7 - Tekstslide
Is het nog lastig?
Maak dan de volgende vragen uit het boek:
53, 56 en 57 van paragraaf 4.4
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Een v,t-diagram maken
De v staat voor snelheid (in het Engels velocity). Je hebt twee slides geleden 7 keer de snelheid bepaald van de beweging. Maak met deze gegevens nu een v,t-diagram.