3HV H4 Paragraaf 3 Opbrengsten en kosten

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 Opbrengsten en kosten

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 Opbrengsten en kosten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.12             Programma
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk bespreken -> 7 + 9
  • Nieuwe theorie : de resultatenrekening
  • Huiswerk maken: opdracht 2 + 3 + 4 + leren paragraaf 3.1 + 3.2 (herhaling voor de toets) -> is huiswerk voor 12 december
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
een Debiteur, wat is dat?, een Crediteur, wat is dat? en het Eigen Vermogen, wat is dat?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Wat is hier in de onderstaande mutatiebalans nu precies gebeurt? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Ik kan ... een resultatenrekening lezen
  • Ik kan ... een resultatenrekening opstellen aan de hand van gegeven kosten en opbrengsten




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten in een bepaalde periode. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Maak de resultatenrekening compleet.
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
1.500
omzet
2.000
rente
250
rente
500
afschrijvingen
500
winst
Verlies
totaal
totaal
2.500
250
2.500

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten in een bepaalde periode. Het laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand komt. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Het verschil tussen opbrengsten en kosten, het saldo, wordt aan die kant van de resultatenrekening opgenomen waar je een bedrag tekort komt om het totaal van de linkerkant en de rechterkant weer gelijk te krijgen.
Bij een resultatenrekening geldt dus: beiden kanten moeten gelijk zijn, net zoals bij een balans!


Slide 9 - Tekstslide

Resultatenrekening gebruiken van dia 8
Resultatenrekening
Resultatenrekening: in een bepaalde periode.
Balans: Op een bepaald moment.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening:
- Heeft een linker (kosten) en een rechterzijde (opbrengsten)
- Het is geen momentopname, maar een lopende rekening               (stroomgrootheid) 
- De resultatenrekening is altijd in evenwicht.
- Laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand     komt (winst of verlies)

    Slide 11 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is een ander woord voor een winst-en-verliesrekening
    A
    Resultatenrekening
    B
    Balans
    C
    resultatenbegroting
    D
    investeringsbegroting

    Slide 12 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Een balans bevat voorraadgrootheden en de resultatenrekening stroomgrootheden
    A
    Juist
    B
    Onjuist

    Slide 13 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Een voorbeeld van een stroomgrootheid is / zijn.....
    A
    loonkosten
    B
    voorraden
    C
    kasgeld
    D
    debiteuren

    Slide 14 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Als een bedrijf afschrijvingskosten heeft zal er iets veranderen op..
    A
    de balans
    B
    de resultatenrekening
    C
    zowel de balans als de resultatenrekening
    D
    niets

    Slide 15 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Opdrachten maken





    Maak opdracht 2 + 3 + 4 van paragraaf 4.3 uit je boek (pagina 127 + 128).

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies