2Ha/b - Unidad 4 Vocabulario

Programa

  1. Start unidad 4
  2. Vocabulario
  3. hacer ejercicios
  4. Deberes 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa

  1. Start unidad 4
  2. Vocabulario
  3. hacer ejercicios
  4. Deberes 

Slide 1 - Tekstslide

El plan de clase = het doel van de les:

Aprender el vocabulario de comidas y bebidas.

Actividades = activiteiten :
Jullie leren de nieuwe woordenschap door middel van oefenen.

Aan het einde van de les: 
Jullie kennen de woordenschap van bebidas y comidas in het Spaans

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulario
- Comidas y bebidas
- Gerechten = platos:
  1. La entrada, o primer plato = voorgerecht
  2. El segundo plato = hoofdgerecht
  3. El postre = nagerecht



Slide 3 - Tekstslide

Vocabulario
Comidas del día = maaltijden van de dag:
El desayuno = het ontbijt
El almuerzo o la comida = 
de lunch
La merienda ( het tussendoortje tussen 4 en 6)
La cena = het avondeten


Slide 4 - Tekstslide

Vocabulario
Comidas y bebidas
Blz 42  hacer los ejercicios 1, 2, 3 y 4


Klassikaal audio bij ej 1, 3
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Vocabulario
Comidas y bebidas
Samen de opdrachten bekeken:
Blz 42  hacer los ejercicios 1, 2, 3 y 4


timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

12

Slide 7 - Video

00:23
Wat is "el desayuno" in het Nederlands?

Slide 8 - Open vraag

00:31
Wat drinken de Spanjaarden bij het ontbijt?
Café
Zumo
Agua
Thee
Koffie
Sapje
Water

Slide 9 - Sleepvraag

00:55
Tostadas
Huevos fritos con salchichas
tortitas
Cereales con leche

Slide 10 - Sleepvraag

01:07
Wat is "el almuerzo" in het Nederlands?

Slide 11 - Open vraag

01:47
Hoe heet dit eten en drinken?
Agua
zumo
Pan
Refresco
Manzana
Ensalada
Pasata

Slide 12 - Sleepvraag

01:58
"Merienda" =
A
tussendoortje
B
ontbijt
C
lunch
D
avondeten

Slide 13 - Quizvraag

02:47
Hoe heet dit eten?
Papas fritas
Nueces
Chocolate
Zanahorias
Galletas
Manzana

Slide 14 - Sleepvraag

02:56
Wat is "la cena" in het Nederlands?

Slide 15 - Open vraag

03:36
Verduras
Pollo
Pescado
Vino
Vis
Kip
Wijn
Groente

Slide 16 - Sleepvraag

03:45
"Un postre" =
A
voorgerecht
B
hoofdgerecht
C
nagerecht

Slide 17 - Quizvraag

04:39
Pizza
Helado
Agua
Cerveza
Bier
Water
Pizza
Ijs

Slide 18 - Sleepvraag

04:51
¿Qué prefieres? (Wat heb je liever?
El desayuno
El almuerzo
La merienda
La cena
El postre

Slide 19 - Poll

Deberes
Voca Unidad 4 blz 107 NL-SP
1-30

Hacer los ejercicios 5 y 6 pg. 43

Slide 20 - Tekstslide