Probleemoplossende discussie H5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een opiniërende discussie is;

...argumenten bedenken bij een standpunt 

...een opiniërende discussie voeren.

Opbouw discussie

1. Introductie door discussieleider

2. Deelnemers stellen zich voor, zeggen wat ze van het probleem vinden en geven aan of ze voor of tegen het standpunt zijn ondersteund met één argument

3. Discussieleider vat kort samen en vraagt wie wil reageren of komt met een vraag.

4. Afronding na 15 minuten: rondje samenvatting en discussieleider vat samen en rondt af. 

Aan de slag!

Het probleem is dat een grote groep leerlingen overlast veroorzaakt in de pauze. Zij roken, vapen en laten veel afval achter. Dit is voor de school een groot probleem. Wat vinden we hiervan en welke ideeën zijn er om hier iets aan te doen? 

De schoolleiding wil hierover in gesprek en vraagt afgevaardigden van verschillende groepen (leraren, leerlingen, conciërges, ouders, schoonmakers, schoolleiding) om mee te discussiëren. 

Jullie mogen als groep één oplossing inbrengen in de discussie.

Wie ben ik?

leraren

leerlingen

conciërges

ouders 

schoonmakers

Ga bij je groepje zitten! 

Stap 1: analyse

1. Wat is het probleem?

2. Voor wie is dit een probleem? Leg uit. 

3. Voor wie is dit geen probleem? Leg uit.

4. Wat zijn de oorzaken van dit probleem? 

Dit doe je voor jezelf, in stilte!

Stap 2: Eens of oneens? Leg uit!

1. Ben je voor of tegen het standpunt? Bedenk nu zoveel mogelijk argumenten. 

Dit doe je voor jezelf, in stilte!

Stap 3

Bespreek alle argumenten met elkaar. 

Welke zijn volgens jullie de beste en waarom?

Bepaal wie namens jullie groep in discussie gaat en noteer de belangrijkste argumenten. 

Stap 4

Discussie 20 min.

Stap 4

oefendiscussie

Een afgevaardigde van elke groep gaat in discussie met de andere afgevaardigden.

Verdedig je standpunt met je argumenten. 

Rol discussieleider

- laat iedereen voldoende aan het woord komen

- grijpt in als dat nodig is

- vat zo nu en dan de discussie samen

- stelt vragen om deelonderwerpen te introduceren

- sluit de discussie af met een samenvatting en zo mogelijk een conclusie 

Standpunt

Ik vind dat ...

Mijn mening is ...

Ik ben van mening dat ...

Mijn standpunt is ...

Argument

Mijn belangrijkste argument is ...

De reden dat ik vind ...

Bovendien is er ...

Tegelijkertijd hebben jullie geen rekening gehouden met ...

Aan de slag!

Leef je in in je rol.

Formuleer je standpunt op papier.

Ga op zoek naar argumenten die jouw standpunt ondersteunen.

Schrijf deze argumenten op.

Kettingdebat

- In twee rijen tegenover elkaar.

- De ene helft is voor de stelling, de andere helft tegen.

- Om de beurt reageren of één argument geven.

- Stoppen bij het eind van de rijen.

Stelling:

Plastic tasjes in supermarkten moeten verboden worden.

Voorzitter: mevrouw Kuiken.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...vier fases van een probleemoplossende discussie noemen;

...jouw standpunt en argumenten uitleggen aan je klasgenoten;

...uitleggen wat de taak is van de voorzitter.

Fases

1. Voorzitter introduceert het probleem.

2. Deelnemers stellen zichzelf voor, noemen hun standpunt  met 1e argument.

3. Deelnemers reageren op elkaars standpunt / oplossing.

4. Er wordt een oplossing gekozen.

Rol voorzitter

1. Introduceert het probleem.

2. Nodigt elke deelnemer uit om zich voor te stellen en zijn/haar standpunt te noemen.

3. Zorgt dat iedereen het woord krijgt.

4. Sluit de discussie af door de beste oplossing te noemen.

(Voorzitter neutraal.)

Oefenen!

Je hebt je standpunt en minimaal 3 argumenten geformuleerd vanuit jouw rol.

Je gaat met je groepje de discussie oefenen.

Maak een spiekbriefje.

Kijk samen hoe je je standpunt en argumenten het best verwoord 

Na het oefenen , volgt de echte discussie!