5.4 - Voortplanting TL1

Thema 5: Planten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: Planten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In dit hoofdstuk:
5.1 - Planten bekijken
5.2 - Planten groeien
5.3 - Planten voeden zich
5.4 - Voortplanten
5.5 - Samenhang: De aarbeienkwekerij

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.3 - Planten voeden zich
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bladgroenkorrel zorgt voor fotosynthese
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen heeft de plant nodig voor fotosynthese?
A
Koolstofdioxide en glucose
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en glucose
D
Zuurstof en water

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt een plant aan water?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt glucose door de plant NIET in omgezet?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Zuurstof
D
Zetmeel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn aardappels knollen of bollen?
A
Knollen: het zijn verdikte stengels
B
Bollen: het zijn verdikte stengels
C
Knollen: het zijn verdikte bladeren
D
Bollen: het zijn verdikte blderen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor het maken van welke stof heeft de plant mineralen nodig?
A
Glucose
B
Vetten
C
Zetmeel
D
Eiwitten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5.4 - Voortplanten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de paragraaf:
Je weet waarom planten bloemen krijgen
Je kent de onderdelen van een bloem en hun functie
Je weet hoe bestuiving werkt
Je weet hoe een zaad ontstaat
Je kan uitleggen hoe zaden zich verspreiden


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen bloem

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen
Bloembodem
Kelkbladeren - bescherming tegen kou, uitdroging beschadiging
Nectarkliertjes - kliertjes onderin bloem, maken nectar
Kroonbladeren - lokken insecten
Stamper - Voor voortplanting
Meeldraden - Voor voortplanting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meeldraden en stamper
De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamper
  • Geheel = stamper
  • Eicel = vrouwelijke geslachtscel  

Slide 15 - Tekstslide

Het volgende onderdeel van een bloem is de stamper. De stamper bestaat uit drie delen: Stempel, stijl en vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel bevind zich het zaadbeginsel waarin de vrouwelijke geslachtscel van de plant zit: het eicel. 
Meeldraden en de stamper zijn dus nodig om voort te kunnen planten. 

Bestuiving
Verspreiden stuifmeelkorrels:
- Wind (windbloemen)
- Insecten (insectenbloemen)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Voor de volgende les:
Maken: opdracht 1 tot en met 14

Volgende les: 5.4, deel 2

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Ontstaan zaden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding van zaden
  • De plant verspreid zelf de zaden
  • De wind verspreid de zaden
  • Dieren verspreiden de zaden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De levenscyclus van een boon:
Van zaad tot plant tot vrucht met zaden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?
Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant
Wie heeft er gelijk?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Maken: alle opdrachten 5.4 (behalve met blauwe ster)
Leren: 5.1 - 5.3


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies