Het stadsbestuur
De stad was voor veel mensen een aantrekkelijke woonplaats. Horigen verloren de rechten en plichten van hun domein als ze van hun heer naar een stad mochten ver huizen. Daarom zeiden de mensen: ‘stadslucht maakt vrij’.
Inwoners van een stad met bepaalde rechten waren burgers. Mannen konden burger worden als zij een jaar en een dag in de stad woonden, een beroep hadden en een geldbedrag betaalden. De macht in steden was meestal in handen van rijke en aanzienlijke families.
Uit deze families kwamen burgers die de stad bestuurden en rechtspraken: de schepenen. Zij maakten de wetten van de stad en zorgden voor rust en orde. Het gebouw van het stadsbestuur heette het raadhuis. In het gewest Holland waren vanaf de 15e eeuw burgemeesters de hoogste stadsbestuurders. De vroedschap was een groep aanzienlijke burgers die het stadsbestuur adviseerde en controleerde.