Om stadsrechten te krijgen, moest een stad veel geld betalen aan hun landheer (bijv. een graaf, hertog of koning).
Zo konden deze landheren voor hun hof en oorlogen betalen.
Landheren, die je hoge edelen noemt door hun macht, kregen zo de steun van de steden tegen de vele lage edelen, die de hoge edelen dwarsboomden.
Op deze manier kregen de hoge edelen en koningen MEER MACHT. terwijl de lage edelen juist MACHT VERLOREN. Hun bestuur wordt dus langzaam centraler.