Thema 2 Transport Basisstof 3 - bloedvaten

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
Slagaders, aders, haarvaten
*Poortader
Bloeddruk: bovendruk/onderdruk
Variatie in bloeddruk en stroomsnelheid in de verschillende typen bloedvaten.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom hebben we bloed nodig? 
dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
doekje voor het bloeden (=een schrale troost, of een ontoereikende, slechts symbolische maatregel)
doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
het bloed kruipt waar het niet gaan kan (=de aard verloochent zich nooit)
het bloed spreekt (=de familieband doet zich opmerken)
iemand het bloed onder de nagels vandaan halen (=iemand vreselijk treiteren of irriteren)
iemands bloed wel kunnen drinken (=iemand niet mogen en daardoor alles doen om die persoon te hinderen)
in koelen bloede iets doen (=geheel kalm en rustig iets doen, alsof er niets aan de hand is)
nieuw bloed (=nieuwe deelnemers, werkers)
Patattenbloed hebben (=Ziekelijk zijn) 
vissenbloed hebben (=koudbloedig zijn, weinig gevoel hebben, niet gauw koud hebben) 
voor iets moeten bloeden (=de gevolgen moeten dragen)
zijn eigen vlees of bloed (=zijn eigen familie (kinderen))
spreek-woorden
  • Aantekening
*Binas 84H & i

Slide 3 - Tekstslide

Bloedvaten
Er zijn drie typen bloedvaten, welke je in de afbeelding hiernaast en in BINAS 84C2 kunt zien.

Slide 4 - Tekstslide

Aantekening: 'Bloedvaten
Naam
Slagader
haarvat
Ader
Waar?
_

O2-gehalte
Kenmerken
Bloeddruk
* kleine tekening 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

In welk type bloedvat: slagader, haarvat of ader, steekt een verpleegster de naald als ze bloed afneemt of een infuus aankoppelt in het ziekenhuis?
Leg uit waarom

Slide 7 - Open vraag

Haarvaten
Aders
Welke kenmerken horen bij welk bloedvat? 
Sleep de juiste woorden naar de bloedvaten.
Slagaders
Kleppen
Hoge bloeddruk
Liggen dieper in het lichaam
De wand is één cellaag dik
De wand is dik, stevig en elastisch
Bloed stroomt van de organen weg naar het hart toe
Voedingsstoffen en zuurstof, maar ook koolstofdioxide en andere afvalstoffen gaan erdoorheen, 

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

Bloedsomloop
De ader/slagader heeft meestal de naam van het orgaan waar het naartoe gaat of vanaf komt.
Slagader meestal zuurstofrijk. 

Uitzonderingen?



Slide 10 - Tekstslide

Oefenvraag
Hoe kan een rode bloedcel die door de bovenste holle ader stroomt, het snelst in de lever terechtkomen?

Door welke onderdelen zal deze cel achtereenvolgens stromen? Schrijf ze allemaal op: bovenste holle ader, ..  ...., ..., ...., ..., ...., -> lever
 Gebruik BINAS 84A.

Slide 11 - Tekstslide

Slagaders 
Kenmerken? 

Waar in je lichaam kan je ze voelen?
Waarom alleen daar?

Slide 12 - Tekstslide

Haarvaten 
Waarom heten haarvaten zo? 

Slide 13 - Tekstslide

Aders 
Kenmerken aders?

Hoe zorgen komt bloed uit aders terug bij hart? 

Slide 14 - Tekstslide

Poortader 
Uitzondering.
Bloed van darmen, maag en milt naar de lever. Het bloed is zuurstofarm maar rijk aan voedingsstoffen die in je dunne darm opgenomen zijn.

De lever slaat een deel van die voedingsstoffen tijdelijk op.

Slide 15 - Tekstslide

Bloeddruk 
De druk die het bloed uitoefent op
de wand van de bloedvaten. (84E)

Door samentrekken van de hartkamers, vooral de linkerkamer. 

De maximale druk is de bovendruk, de minimale druk tijdens de hartpauze is de onderdruk

Slide 16 - Tekstslide

Bloeddruk meten
Om de boeddruk te meten, wordt een manchet om de bovenarm gedaan die opgepomt wordt waardoor de armslagader wordt dichtgedrukt en er geen vaatgeruis te horen is. 

Wanneer je wat lucht uit de manchet laat lopen en er nét vaatgeruis te horen is, is de druk in de manchet gelijk aan de bovendruk. 
Wanneer er geen vaatgeruis meer te horen is, is de druk in de manchet gelijk aan de onderdruk.   Normaal is 120 over 80 (mmHg)

Slide 17 - Tekstslide

In de afbeelding
is de poortader aangegeven met nummer:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Is een bloeddruk van 1,5*10 over 1,0*10 Pa normaal?
Waar kan je dit checken?
4
4
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Zelfstandig werk - ''soms moet je bloeden voor een goed cijfer''
(Evt. inhalen Basisstof 2.1 & 2.2 opdr. 1-11, 12-23, 

Maken 26 t/m 40 van 2.3 Het bloedvatenstelsel.

(maak alleen opdrachten die je zelf nuttig vindt,
meeste zijn dat wel) 



Slide 20 - Tekstslide