Taalkunde

Taalvariatie
- Standaardtaal 
- Gooise "R" (verspreidt zich)
- Dialect
- Streektaal 
- Groepstaal: vakjargon en Straattaal
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalvariatie
- Standaardtaal 
- Gooise "R" (verspreidt zich)
- Dialect
- Streektaal 
- Groepstaal: vakjargon en Straattaal

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Groepstaal
  • Straattaal
  • Vaktaal/vakjargon
  • Gametaal
  • Voetbaltaal
  • enzovoorts.....
  • Gesproken door een bepaalde groep   (dus niet in een bepaald gebied zoals bij dialect/streektaal)

Slide 3 - Tekstslide

Vaktaal = vakjargon
Vaktaal of vakjargon is taalgebruik binnen een bepaalde beroepsgroep of vakgebied. Het taalgebruik is zo specifiek op het beroep gericht dat buitenstaanders de woorden of uitdrukkingen moeilijk kunnen begrijpen. In plaats van vakjargon heeft men het ook wel over vaktaal.

Slide 4 - Tekstslide

En nu: Straattaal!
Een taal voor iedereen???



Bekijk de volgende filmpjes heel goed en schrijf op wat je opvalt.

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Wat gebeurt er?
1. Het achterstevoren uitspreken van het woord bijvoorbeeld bij ams < sma, arrap < parra, assif < fissa, doeg < goed, diem< meid.  

2. De stam van het woord wordt achterstevoren uitgesproken, achtervoegsels zoals –je of –en blijven staan bijvoorbeeld lavven < vallen, meeten < teemen, koomsen < smoken. 

3. De omkering van klinkers duo < oud 

4. De medeklinkers van de eerste lettergreep worden omgedraaid bijvoorbeeld: comro < mocro, fino < info, gawie < waggie.

Slide 11 - Tekstslide