Taalvariaties

1 / 27
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Lesdoelen
- Je kent verschillende vormen van taalgebruik (taalvariatie).
_ Je weet het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik
_ Je weet wat passend taalgebruik is

Slide 2 - Tekstslide

Taalvariatie
- Standaardtaal (herhalen)
- Dialect (herhalen)
- Streektaal (herhalen)
- Groepstaal Nieuw!
- Straattaal Nieuw!

Slide 3 - Tekstslide

Standaardtaal
  • Het ABN (algemeen beschaafd Nederlands)
  • Taalunie
  • www.woordenlijst.org
  • Gebruik op scholen, bij instanties en organisaties en in formele situaties

Slide 4 - Tekstslide

Taalvariatie
Streektaal
  • Zit tussen de standaardtaal en dialect in
  • Dialecten groeien naar elkaar toe en krijgen gezamenlijk één taal
  • Limburgs
  • Fries

Slide 5 - Tekstslide

Taalvariatie
Dialect
  • Variatie op het ABN
  • Informele situaties
  • Haags, Westlands, Zuid-Limburgs.....

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een accent en een dialect?

Slide 7 - Open vraag

Taalvariatie
Groepstaal
  • Straattaal
  • Vaktaal
  • Gesproken door een bepaalde groep

Slide 8 - Tekstslide

Straattaal

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat zegt jouw taalgebruik over jou?

Slide 12 - Open vraag

Wie wordt serieuzer genomen iemand die dialect spreekt of iemand die ABN spreekt? Waarom?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent loesoe?

A
Loes
B
los
C
dronken
D
loens

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent 'sappie'?
A
drankje
B
sukkel
C
van de straat
D
slap

Slide 15 - Quizvraag

Wat is 'stang'?
A
een ijzeren pijp
B
schoenen
C
stinken
D
rem

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent 'bika'?
A
auto
B
eten
C
fiets
D
drinken

Slide 17 - Quizvraag

Welke
straattaalwoorden
gebruik jij zelf regelmatig?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Video

Wat is anders?

Slide 20 - Open vraag

Wat voor een effect heeft dit?

Slide 21 - Open vraag

Waaronder valt straattaal?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik

Slide 22 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
U
Geachte
Hoi
Goede-
morgen
Doei
He!
Met vriendelijke groeten
Bye

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Video

Vakjargon is taalgebruik binnen een bepaalde beroepsgroep of vakgebied en is dusdanig specifiek op het beroep of de branche gericht dat buitenstaanders de woorden of uitdrukkingen binnen dit jargon moeilijk kunnen begrijpen. In plaats van vakjargon heeft men het ook wel over vaktaal.

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 26 - Open vraag

Domein
Straks in domein:
Aan het werk met je opdrachtenboekje
Groepswerk
Computer/ tablet nodig

Slide 27 - Tekstslide