Tekstverbanden en Signaalwoorden



Tekstverbanden en sigaalwoorden
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



Tekstverbanden en sigaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

tekstverband

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
tijd
C
conclusie
D
volgorde

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Als ik naar school ga moet ik eerst met de fiets, daarna met de trein en vervolgens nog een stuk lopen

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 11 - Quizvraag

Volgorde van tijd
  • eerst
  • dan
  • daarna
  • vervolgens
  • ten slotte

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

tijd

  • terwijl
  • voordat
  • nadat
  • alvast
  • tijdens

Slide 15 - Tekstslide

reden of argument
  • omdat 
  • want
  • daarom
  • vanwege
  • immers
  • namelijk

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Je ziet zo een aantal zinnen.

Geef eerst aan wat de signaalwoorden zijn.
In elke zin staat een signaalwoord.
Benoem daarna de tekstverbanden.
Succes!

Slide 18 - Tekstslide

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Slide 19 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 20 - Open vraag

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
Wat is het signaalwoord?

Slide 21 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 22 - Open vraag

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Slide 23 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 24 - Open vraag

Voordat ze het vliegtuig mochten betreden werden de paspoorten gecontroleerd.
Wat is het signaalwoord?

Slide 25 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 26 - Open vraag

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Slide 27 - Open vraag

Nieuwe tekstverbanden!
Conclusie
Vergelijking
Doel-middel
Voorwaarde

Slide 28 - Tekstslide

Conclusie
Het is dus een goed idee om goed te leren voor de toets. 

Slide 29 - Tekstslide

Conclusie
Dus
Concluderend
Dat betekent
Kortom

Slide 30 - Tekstslide

Vergelijking
Pietje heeft net zoveel volgers als Jantje. 

Slide 31 - Tekstslide

Vergelijking
Net zo... als
Even ... als
In vergelijking met 
Groter/meer dan

Slide 32 - Tekstslide

Doel-middel
Om mijn eindexamen te halen, zal ik nog veel meer moeten oefenen met schrijven. 

Doel: eindexamen halen
Middel: veel oefenen met schrijven. 

Slide 33 - Tekstslide

Doel-middel
Waarmee
Zodat
om... te
door middel van
met behulp van

Slide 34 - Tekstslide

Voorwaarde
Er moet iets gebeuren voordat er iets anders kan gebeuren. 

Als Jeroen nu vertrekt, komt hij nog net op tijd voor de les. 

Slide 35 - Tekstslide

Voorwaarde
Als ... (dan) 
Indien

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag
Ga zelfstandig aan de slag met opdracht 1 en 2 van lezen hoofdstuk 2. 

Blz. 53-54. 

Slide 37 - Tekstslide