Week 38-3e Les

Nederlands

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ziet je les Nederlands er uit?

*5 minuten socialiseren: binnenkomen en plaatsnemen en materialen les pakken
*5 minuten: uitleg/ instructie
*15 minuten: zelfstandig/samen werken
*5 minuten: afronden, evalueren en afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Tekstverbanden
  • open blz. 29
  • Kijk naar les 5

Slide 3 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Ik leer over de tekstverbanden: opsommend verband, tegenstellend verband, vergelijking verband.
  • Ik leer welke signaalwoorden er bij deze verbanden horen.

Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een tekstverband?

Slide 7 - Tekstslide

Tekstverbanden
- Verbanden zijn er tussen zinnen.
- Verbanden zijn er tussen alinea's.
- Die worden vaak aangegeven door signaalwoorden. 
- Alinea's kunnen bij elkaar horen en vormen dan samen een deelonderwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg:

Slide 10 - Tekstslide

3 veelvoorkomende tekstverbanden
  1. Opsommend verband
  2. Tegenstellend verband
  3. Vergelijking

Slide 11 - Tekstslide

Opsommend verband
  • eerst
  • dan
  • daarna
  • vervolgens
  • tenslotte
  • en

Slide 12 - Tekstslide

Tegenstellend verband
  • echter
  • toch
  • maar
  • hoewel

Slide 13 - Tekstslide

Vergelijking
  • hetzelfde als
  • in vergelijking met
  • zoals
  • net als
  • ook

Slide 14 - Tekstslide

Eerst eet ik mijn brood op en daarna ga ik naar de les.
A
vergelijking
B
opsommend
C
tegenstellend

Slide 15 - Quizvraag

Ik vond de toets moeilijk, maar ik had een goed cijfer.
A
vergelijking
B
opsommend
C
tegenstellend

Slide 16 - Quizvraag

Ik heb op school Engels en Nederlands. Bovendien hebben we wiskunde en geschiedenis.
A
vergelijking
B
opsommend
C
tegenstellend

Slide 17 - Quizvraag

Als ik naar school ga moet ik eerst met de fiets, daarna met de trein en vervolgens nog een stuk lopen

Slide 18 - Tekstslide

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsommende
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 19 - Quizvraag

Bij welk verband hoort het signaalwoord?

Slide 20 - Tekstslide

net als
A
opsommend
B
vergelijking
C
tegenstellend

Slide 21 - Quizvraag

tegenover
A
opsommend
B
vergelijking
C
tegenstellend

Slide 22 - Quizvraag

aan de slag..
Nu in tweetallen : opdracht 2,3 en 4.
blz 29 t/m 31
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Check lesdoelen
- Ik ken de verschillende alinea verbanden
- Ik kan herkennen welke signaalwoorden bij welk 
alineaverband hoort

Slide 24 - Tekstslide