Cuarta clase

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Mevrouw Daal

Slide 3 - Tekstslide

Klas afspraken
- Als iemand aan het woord is, is de rest van de klas STIL.
-Fluisteren.
- Elkaar respecteren.
-Hand opsteken!

Slide 4 - Tekstslide

El esquema het schema

1. Repaso Herhaling
 2. Oefeningen Ejercicios
3. Grammatica Gramática
4. Oefening Ejercicio
5. Terminar los ejercicios Oefeningen afmaken

     

Slide 5 - Tekstslide

Los objetivos de doelen
Después de esta clase ....Na deze les.....
- Kun je bepaalde en onbepaalde lidwoorden gebruiken.
- Je weet hoe je regelmatige werkwoorden moet vervoegen.
- kan je woorden in het meervoud zetten.
-heb je een overzicht over zinsvolgorde

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Spaans heeft 3 groepswerkwoorden
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de stam van Caminar?

Slide 9 - Open vraag

Maak de zin af. Yo com... chocolate

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Onbepaalde lidwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Zinsvolgorde in het Spaans
Zoals in het Nederlands, een veel voorkomende woordvolgorde in het Spaans is Onderwerp + werkwoord + rest van de zin, zoals in onderstaande voorbeelden:

Structuur: Onderwerp + werkwoord + rest van de zin
Nederlands: Pedro + werkt + in de bibliotheek.
Spaans: Pedro + trabaja + en la biblioteca.

Slide 13 - Tekstslide

In het Nederlands gebruiken we persoonlijke voornaamwoorden ( ik, jij etc.) om verwarring te voorkomen, aangezien de meervoudsvormen van de meeste werkwoorden hetzelfde zijn (wij gaan, jullie gaan, zij gaan enz.) Echter in het Spaans is elk vervoegde werkwoordsvorm uniek, die daardoor de persoon kenbaar maken. Dit beteken dat, behalve als je echt probeert te benadrukken of te verduidelijken over wie je aan het praten bent, het zelfstandig naamwoord meestal vrij overbodig is en word daarom vaak ook weg gelaten.

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
Nederlands
Ik ben Anna
Yo soy Anna
Soy Anna
Hij is vijftien
Él tiene quince años
Tiene quince años
We gaan naar de winkel
Nosotros vamos a la tienda
Vamos a la tienda

Slide 15 - Tekstslide

Milanesas = gepaneerde kip of rund
Sapo
Moto
Mimar = verwennen
Pato

Slide 16 - Tekstslide

¡Vamos a practicar!
Ga verder met de oefeningen (lidwoorden, werkwoord vervoegen, zelfstandig naamwoorden ect.) 
Ben je klaar? Steek je hand op!

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb de onderwerpen van vandaag begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll