Repaso capítulo 1 - 1HV

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Repaso capítulo 1

Woorden

Het werkwoord SER (zijn)

De lidwoorden

Frases claves

De getallen

Vocabulario

Verbind de woorden met de juiste vertaling.

en jij?

ik woon in

wij hebben

tot ziens

groot

hij / zij / u heet

vivo en 

tenemos

¿Y tú? 

 hasta     pronto

 grande

se llama

El verbo SER

Kies de juiste vorm van het werkwoord ser in de volgende zinnen.

María y yo ....... hermanas.

1. sois
2. son
3. somos
4. soy

Mis amigas ....... españolas

1. eres
2. sois
3. somos
4. son

la amiga de Juan..... francesa

1. es
2. eres
3. son
4. sois

¿Pedro y tú........ argentinos?

1. son
2. somos
3. sois
4. eres

Tú......... Pedro.

1. soy
2. eres
3. sois
4. son

De lidwoorden

Schrijf de juiste bepaalde en onbepaalde lidwoorden van deze woorden

1- ... ciudades
2-... campings
3-... pueblo
4-... hija

1- ... tiendas
2-... hijos
3- ... presentador
4- ... vacaciones

Frases clave

Schrijf op de volgende dia hoe vraag- zeg je in het Spaans...

1- Ik ben veertien jaar oud.
2- Ik woon in Rotterdam.
3- Ik ben Nederlander.

1- Ik spreek Engels.
2- Hoe gaat het?
3- Waar woon jij?

Los números / de getallen

Kies de juiste antwoord van de volgende rekensommen.

ocho + nueve=

1. 16
2. 15
3. 17
4. 18

siete + doce=

1. 16
2. 18
3. 20
4. 19

cinco + trece=

1. catorce
2. dieciocho
3. quince
4. diecisiete

20 - 3 =

1. diecisiete
2. quince
3. catorce
4. diecinueve