Werkwoordspelling: Engelse werkwoorden + oefenen in Taalblokken

Werkwoordspelling
Deze week: Engelse werkwoorden
Volgende week: herhaling + oefenen
Week daarna: oefentoets
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
Deze week: Engelse werkwoorden
Volgende week: herhaling + oefenen
Week daarna: oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week:
voltooid en tegenwoordig deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

De zeppelin heeft boven onze stad (zweven)
A
gezweeft
B
gezweefd
C
gezweefdt
D
gezwoven

Slide 3 - Quizvraag

In de vorige eeuw (verkleden) dames van adel zich wel vier keer per dag.
A
verkleden
B
verkleedden
C
verkleeden
D
verkledden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van liegen?
A
gelogen
B
geliegd
C
liegend
D
geliegt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van liegen?
A
gelogen
B
geliegd
C
liegend
D
geliegt

Slide 6 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
zappen, racen, saven, downloaden, copy-pasten, crossen, deleten, paintballen, finishen, e-mailen, facebooken, chillen, leasen, golfen, bridgen, relaxen, internetten, managen, scoren, stressen, relaxen, chippen, timen, updaten, grillen...

Slide 7 - Tekstslide

Engelse werkwoorden:
Engelse werkwoorden vervoeg je op de Nederlandse manier van zwakke werkwoorden.
Je past zelfs het sexy fokschaap toe!
Managen: ik heb gemanaged.
Matchen: ik heb gematcht.
Copy-pasten: ik heb gecopy-pastet.
Downloaden: ik heb gedownload.

Slide 8 - Tekstslide

Engelse werkwoorden met toonloze -e

Werkwoorden die in het Engels eindigen op een -e (saven, racen, copy-pasten, etc.) houden deze -e ook in de stam. Hij savet, hij racet. Ook bij de verleden tijd: hij savete, hij racete.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf hier een voorbeeld van een werkwoord dat in het Engels eindigt op een -e

Slide 10 - Open vraag

Engelse woorden voltooid deelwoord die er raar uitzien:

Engels: deleted. Nederlands: gedeletet
Engels: stressed. Nederlands: gestrest
Engels: updated. Nederlands: geüpdatet

Slide 11 - Tekstslide

Ik heb hem direct (e-mailen)
A
ge-e-maild
B
ge-e-mailed
C
ge-e-mailt
D
ge-e-mailet

Slide 12 - Quizvraag

Mijn medewerker (updaten) iedere week de computers.

Slide 13 - Open vraag

Gelukkig had ik mijn werkstuk op de computer (saven)

Slide 14 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van chillen
A
gechild
B
gechilt
C
gechilld
D
gechillt

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van recyclen?
A
gerecycled
B
gerecyclet

Slide 16 - Quizvraag

Mijn zus heeft haar navel (piercen)
A
gepiercd
B
gepierct
C
gepierced
D
gepiercet

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'deleten'.

Slide 18 - Open vraag

Hij heeft zijn hele tekst (copy-pasten)
A
gecopy-paste
B
gecopy-pasted
C
gecopy-pastet
D
copy-gepaste

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van faxen?
A
gefaxt
B
gefaxd
C
gefaxet
D
gefaxed

Slide 20 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van mixen is dan dus...
A
gemixed
B
gemixt
C
gemixd
D
gemixet

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van stalken?
A
gestalkd
B
gestalkt
C
gestalked
D
gestalket

Slide 22 - Quizvraag

Hoe goed ben je nu in werkwoordspelling?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Taalblokken Spelling 3F
paragraaf 2.6 en 2.7 maken

Slide 24 - Tekstslide