In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Schets een energiediagram van een auto die 136.000 Joule energie uit benzine omzet in 100.000 Joule bewegingsenergie en 36.000 Joule warmte.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit waardoor het gebruiken van een spaarlamp duurzamer is dan het gebruiken van een halogeenlamp.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat het heb/doe je thuis om te verduurzamen?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Een auto gaat rijden en de motor wordt warm. Wat is hier de nuttige energie?
A
De bewegingsenerie van het rijden.
B
De warmte van de motor.
C
De chemische energie uit de benzine.
Slide 9 - Quizvraag
Een auto gaat rijden en de motor wordt warm. Wat is hier de totale energie?
A
De bewegingsenerie van het rijden.
B
De warmte van de motor.
C
De chemische energie uit de benzine.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Bereken het rendement van een auto die 136.000 Joule energie uit benzine omzet in 100.000 Joule bewegingsenergie en 36.000 Joule warmte. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 Watt en het kost 1,5 minuut om het water te verwarmen. Bereken hoeveel energie er nodig is om het water te verwarmen.
Slide 14 - Open vraag
Er wordt 200 mL water van 20 naar 100 graden Celsius verwarmd. De soortelijke warmte van water is 4,18 J/(g*C). Bereken hoeveel warmte er nodig is om het water te verwarmen. Ga ervan uit dat 1mL water 1 gram is.
Slide 15 - Open vraag
Gebruik de gegevens uit de vorige vragen om het rendement van de waterkoker te bereken. Ga ervan uit dat alle warmte nuttig gebruikt wordt. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Slide 16 - Open vraag
Opdrachten
Maak nu opdracht 32, 34, 35, 36, 37 en 39.
Deze opdrachten vind je in het warmte lesboekje op Teams.