Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat en een gesloten laptop op tafel hebt liggen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat en een gesloten laptop op tafel hebt liggen
Slide 1 - Tekstslide
Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat en een gesloten laptop op tafel hebt liggen
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 Energie
Paragraaf 2 Verwarmen
Deel-2
Slide 3 - Tekstslide
Warmte en temperatuur
Temperatuur stijging -> gemiddelde snelheid van de moleculen neemt toe
De temperatuur is dus een maat voor de gemiddelde snelheid van de moleculen
De warmte die het water opneemt wordt gebruikt om de watermoleculen sneller te laten bewegen, ze hebben meer bewegingsenergie
Slide 4 - Tekstslide
Energieomzetting
Elektrische energie -> warmte
Is het rendement 100%?
Dan -> E = Q
Slide 5 - Tekstslide
Warmtemeter (calorimeter)
Met een warmtemeter kun je meten hoeveel warmte nodig is voor het verwarmen van bepaalde hoeveelheid water.
Een warmtemeter is goed
geïsoleerd, dus alle energie
wordt omgezet in warmte.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Rekenen met (soortelijke) warmte
Formule : Q = c x m x ΔT
Q = warmte in Joule (J)
c = soortelijke warmte (J/g.oC)
m = massa in gram (g)
ΔT= temperatuurstijging: = Teind - Tbegin (oC)
Slide 8 - Tekstslide
c = SOORTELIJKE WARMTE
h
Soortelijke warmte = de warmte die nodig is om 1 gram stof 1 graden Celsius in temperatuur te laten stijgen.
Slide 9 - Tekstslide
Welke stof heeft de grootste soortelijke warmte?
Slide 10 - Tekstslide
Formule
E = P x t Q = c x m x ΔT
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 1
Hoeveel warmte heb je nodig om 20 g water te laten koken wat een begintemperatuur heeft van 23 graden Celsius en een soortelijke warmte van 4,2 J/(g.oC)
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 2
Een waterkoker heeft een vermogen van 900 W en staat 4 minuten aan. In de waterkoker zit 700 gram water. Hoeveel stijgt de temperatuur als de soortelijke warmte 4,2 j/g*oC) is?
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht 3
Een waterkoker (1600 W) verwarmt 1,5 L water van 20 tot 100 graden Celsius. Bereken hoeveel minuten de waterkoker daarover doet. Ga ervan uit dat alle elektrische energie wordt omgezet naar warmte.
Slide 14 - Tekstslide
k
Een waterkoker (1600 W) verwarmt 1,5 L water van 20 tot 100 graden. Bereken hoeveel minuten de waterkoker daarover doet. Ga ervan uit dat alle elektrische energie wordt omgezet naar warmte.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten van H3.2 + de test jezelf
Hoe? De eerste 10 minuten werk je individueel zonder overleg. Daarna mag je fluisterend overleggen
Hoe lang? Tot het einde van de les.
Klaar? Test jezelf af? Maak de opdrachten met een plusje of sterretje.