Frans b1 Ch 3 Bezittelijk voornaamwoord zonder uitleg

- Aan het eind van de les heb ik het bezittelijk voornaamwoord geleerd in het Frans.

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik, jij, hij, zij, etc.
B
in, op, achter, voor, etc.
C
mijn, jouw, haar, zijn, etc.
D
een zelfstandig naamwoord
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsmavoLeerroute MLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

- Aan het eind van de les heb ik het bezittelijk voornaamwoord geleerd in het Frans.

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik, jij, hij, zij, etc.
B
in, op, achter, voor, etc.
C
mijn, jouw, haar, zijn, etc.
D
een zelfstandig naamwoord

Slide 1 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) frère
A
mon
B
ma
C
son
D
sa

Slide 2 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles (mannelijk meervoud)
A
leur
B
leurs

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
sa
B
tes
C
son
D
ses

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles
A
leur
B
leurs

Slide 10 - Quizvraag

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor mijn:

A
ton, ta ,tes
B
mon, ma, mes
C
ton, mon, tes
D
mon, ton, mes

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jouw'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) tante (vrouwelijk enkelvoud)
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

Dans (hun) classe il ya 20 élèves
A
leurs
B
leur
C
ma
D
sa

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(mijn) agenda
A
mes
B
ton
C
mon
D
ma

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van het bezittelijk voornaamwoord.
Marc est au collège avec ... copains.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 17 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste bezittelijke voornaamwoorden
in de zinnen:
C’ est (mijn) livre.
Voilà (jouw) trousse !
A
mon / ta
B
ma / ton
C
mon / ma
D
ton / ta

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste bezittelijke voornaamwoorden
in de zinnen:
Pierre prend (zijn) photo (v).
J’habite dans (mijn) maison (v).
A
son / mon
B
son / ma
C
sa / mon
D
sa / ma

Slide 20 - Quizvraag

Schrijf de juiste franse vertaling:
ik ben

Slide 21 - Open vraag

Schrijf de juiste franse vertaling:
jij bent

Slide 22 - Open vraag

Schrijf de juiste franse vertaling:
hij is

Slide 23 - Open vraag

Schrijf de juiste franse vertaling:
ik ben

Slide 24 - Open vraag