2.3 - Burgers aan de macht

2.3. Burgers aan de macht
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2.3. Burgers aan de macht

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
- Vier sociale groepen. Welke?
- Migranten. Waarom?
- Kunst. Bijzonderheid?
- Religie. Begrip?
- Wetenschappelijke Revolutie. Uitvinding?


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les kun je uitleggen:
- hoe de Republiek werd bestuurd en waarom dat bijzonder was.
- dat de stadhouder en de regent soms verschillende belangen hadden en hier een voorbeeld bij geven.
- hoe de Gouden Eeuw tot een einde kwam. 


Slide 3 - Tekstslide

Republiek was uniek in Europa 
2 verschillen t.o.v. rest van Europa:
1. Geen koning maar regenten

2. Nauwelijks centraal bestuur, maar zeven gewesten met een eigen bestuur (Gewestelijke Staten).

Slide 4 - Tekstslide

Bestuur van de Republiek
  • Republiek werd bestuurd door klein groepje regenten: rijke mannen die vaak rijk waren geworden door handel
  • Nieuwe regenten werden benoemd door andere regenten
  • Macht van de regenten bleef bij een kleine groep rijke mannen bleef
  • Overal in Europa: besturen was een
mannenzaak 

Slide 5 - Tekstslide

De een is keizer
de ander regent.

Slide 6 - Tekstslide

Staten-Generaal
  • Verdediging van het land, Buitenlandse politiek en bestuur van de Koloniën: beslist door de Staten-Generaal
  • Vergadering van afgevaardigden uit alle gewesten; iedereen had 1 stem 
  • Holland had de meeste macht

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Vrouwen
- In heel Europa weinig tot geen macht, ook niet in de Republiek.
- Er waren wel vrouwelijke geleerden, ondernemers en kunstenaars.




Wie was Anna van Gelder?

Slide 9 - Tekstslide

Regenten en stadhouders
Stadhouder
Gaf leiding aan het leger en aan de vloot
Was in dienst van de gewestelijke staten (van de zeven gewesten)

Raadspensionaris van Holland
Adviserend aan de Staten Generaal
Had veel invloed en botste met de stadhouder => lees over de ruzie tussen Maurits en Johan v. Oldenbarnevelt  (blz. 80-81) 



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Macht
 - De macht van de stadhouder was groot tijdens de Opstand, omdat deze ook legeraanvoerder was 
- 1648 - Einde aan de Opstand
- Stadhouder Willem II overleed in 1650 
- Er werd geen nieuwe stadhouder aangewezen => raadspensionaris werd machtigst

Slide 13 - Tekstslide

Rampjaar - 1672
- Engeland, Frankrijk en twee Duitse staten vielen samen de Republiek aan => verschillende motieven
- Engeland => economisch: handel overnemen
- Frankrijk en Duitse staten=> politiek: grondgebied uitbreiden

Slide 14 - Tekstslide

Moord op gebroeders De Wit
- Raadspensionaris Johan de Witt kreeg de schuld en werd vermoord door het volk (samen met zijn broer).

Slide 15 - Tekstslide

Einde Gouden Eeuw
- De oorlogen met Engeland en Frankrijk waren slecht voor de handel. 
- Daardoor kwam er minder geld binnen en werden belastingen verhoogd
- Macht en rijkdom van Engeland en Frankrijk nam toe

Slide 16 - Tekstslide

In welk opzicht was de VOC uniek in de wereld?
A
Eerste bedrijf met winst uit handel
B
Eerste bedrijf met aandelen
C
Eerste bedrijf in de handel met specerijen
D
Eerste bedrijf in de handel met slaven

Slide 17 - Quizvraag

Waar verdiende de VOC uiteindelijk het meeste aan?
A
De moedernegotie
B
De trans-atlantische slavenhandel
C
De aandelenhandel
D
De inter-Aziatische handel

Slide 18 - Quizvraag

Waar hield de WIC zich mee bezig?
A
specerijenhandel en slaven
B
Kaapvaart en specerijenhandel
C
Kaapvaart en slavenhandel
D
De moedernegotie en slavenhandel

Slide 19 - Quizvraag

Waarom was de Nederlandse Republiek in de Gouden Eeuw bijzonder?
A
Het ging met de handel goed
B
We waren een Republiek
C
Er was godsdienstvrijheid
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

Leg uit op welke manier de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd bestuurd

Slide 21 - Open vraag

Wie hadden de meeste macht in de Nederlandse Republiek?
A
De koning en zijn hofhouding
B
De regenten uit rijke families
C
Loonarbeiders
D
Ambachtslieden

Slide 22 - Quizvraag

I In de zeventiende eeuw waren er in de Republiek geen welvaartsverschillen.

II Het ontstaan van de VOC en de WIC was het gevolg van het handelskapitalisme in de Republiek.

A
I is fout en II is goed
B
Beide zijn goed
C
I is goed en II is fout
D
Beide zijn fout

Slide 23 - Quizvraag

Wat waren de twee belangrijkste redenen voor de immigratie in de Republiek in de zeventiende eeuw?
A
welvaart en godsdienstvrijheid
B
hoge bevolkingsdichtheid en welvaart
C
godsdienstvrijheid en democratie
D
godsdienstvrijheid en lage bevolkingsdichtheid

Slide 24 - Quizvraag

een gebied dat zichzelf bestuurt
aanvoerder van het leger van de Republiek
hier kwamen bestuurders samen om beslissingen te maken op landsniveau
hoogste ambtenaar van het gewest Holland en daarmee de hele Republiek
een bestuurder van een stad of gewest in de Republiek
Het jaar 1672, waarin de Republiek werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en twee Duitse staten.
Staten-Generaal
raadspensionaris
regent
gewesten
stadhouder
Rampjaar

Slide 25 - Sleepvraag

Wie kreeg de schuld van de gebeurtenissen in het het Rampjaar 1672?
Johan van Oldebarneveldt
Antonie van Leeuwehoek
Christiaan Huygens
Johan de Witt

Slide 26 - Poll

Waarom komt er een einde aan de Gouden Eeuw?
A
Omdat de VOC wordt opgeheven
B
Omdat de Republiek geen Stadhouder meer heeft
C
Omdat de oorlogen slecht waren voor de handel
D
Omdat Piet Hein de Zilvervloot verovert

Slide 27 - Quizvraag