Lesen: Aufgabe 40 Seite 58
Lesen Schreibmittel Seite 66
Bezittelijke vnw: wel of geen -e:
Vertaal nu:
1. de ouders - mijn ouders
2. de naam - jouw naam
3. de school - zijn school
4. de broers en zussen - haar broers en zussen
5. de broer - geen broer
6. het jaar - een jaar