2. Politieke instituties

Maatschappijwetenschappen 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maatschappijwetenschappen 

Slide 1 - Tekstslide

Politieke instituties:
"Een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefeningen en politieke besluitvorming reguleren" 
Oftewel: de spelregels van de samenleving. Ze zorgen ervoor dat het bestuur van de samenleving ordelijk verloopt.  

Ze hebben twee effecten:
  • Ze vormen een inperking op onze handelingsvrijheid. Ze geven aan wat we wel en niet mogen doen.
  • Ze hebben een vrijmakende werking omdat ze ons gedrag coördineren en ons daardoor in staat stellen met elkaar samen te leven. 

Slide 2 - Tekstslide

De Nederlandse staat:
  • Er is sprake van een grondgebied 
  • Er is sprake van een bevolking
  • Er is sprake van soevereiniteit
  • De staat heeft een geweldsmonopolie 

Slide 3 - Tekstslide

Geef de definitie van het begrip "rechtstaat":

Slide 4 - Open vraag

Politieke instituties:
Voorbeelden van politieke instituties zijn:
  • de rechtstaat
  • de grondwet
  • het kiesstelsel


Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een institutie en een organisatie?

Slide 6 - Open vraag

Politieke partijen:
Politieke partijen vormen een een soort intermediair tussen de overheid en de burger. Je kunt met vragen, opmerkingen, eisen en wensen terecht. Zij luisteren naar hun achterban en verwerken deze ideeën in een verkiezingsprogramma. 

Politieke partijen vervullen ook een aantal functies in de Nederlandse politiek.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:
Gebruik bladzijde 32 en 33 om de functies van de politieke partijen op te zoeken en beantwoord de volgende vragen op de volgende slides.
Je krijgt tien minuten de tijd. 

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf in je eigen woorden de rekrutering en selectiefunctie.

Slide 9 - Open vraag

Beschrijf in je eigen woorden de articulatiefunctie.

Slide 10 - Open vraag

Beschrijf in je eigen woorden de mobilisatiefunctie / participatie functie:

Slide 11 - Open vraag

Beschrijf in je eigen woorden de aggregatiefunctie / integratiefunctie.

Slide 12 - Open vraag

Beschrijf in je eigen woorden de communicatiefunctie.

Slide 13 - Open vraag

Waarom zijn ze aan verandering onderhevig?
  • Er zijn steeds meer "zwevende kiezers".
  • Er zijn steeds minder mensen lid van en politieke partij.
  • Er is concurrentie van pressiegroepen.
  • De media bepaald steeds vaker het onderwerp van debat.  

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat een "zwevende kiezer" is:

Slide 15 - Open vraag

Leg met het begrip "verzuiling" uit waarom er steeds minder mensen lid zijn van een politieke partij.

Slide 16 - Open vraag

Ga opzoek naar een actueel voorbeeld van een 'mediahype', maak een screenshot en voeg toe.

Slide 17 - Open vraag

Leg uit waarom het hier gaat om een 'mediahype'.

Slide 18 - Open vraag

Leg de begrippen "mediaframes" en "medialogica" is:

Slide 19 - Open vraag

Maken:
  • Open vragen LessonUp
  • Opd. 1 t/m 17

Slide 20 - Tekstslide