P1-P2 Instructie Fictiedossier Het gouden ei

Fictiedossier 'Het gouden ei'
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fictiedossier 'Het gouden ei'

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan naar behoren een fictiedossier opstellen en tijdig aanleveren. 

Slide 2 - Tekstslide

Tentameneisen
Je fictiedossier telt voor 10% mee.
Dit onderdeel is herkansbaar. 
De volgende onderdelen dienen aanwezig te zijn in het fictiedossier:

Slide 3 - Tekstslide

Verplichte onderdelen
Titelblad
Opdracht 1. Een zakelijke brief
Opdracht 2. Eem recensie over de film Spoorloos (The Vanishing)
Opdracht 3. Stelling, mening en argumenten
Opdracht 4. Spanning
 

Slide 4 - Tekstslide

Verplichte onderdelen uitgelegd
Nu volgt een uitleg over alle verplichte onderdelen van het fictiedossier. 
Volg deze stappen nauwkeurig op. 

Slide 5 - Tekstslide

Het titelblad
Je fictiedossier start met een titelblad. Op dit blad staan een aantal verplichte zaken:
- voornaam en achternaam        - een afbeelding van het boek
- klas                                                      - de naam van de auteur
- de titel van het boek                    - een afbeelding van het boek
- de naam van je docent                - noteer de inleverdatum van je dossier


Slide 6 - Tekstslide

Tips bij het titelblad
- schrijf alle namen met een hoofdletter
- schrijf de titel van het boek met een hoofdletter
- gebruik de juiste afbeelding van het gelezen boek
- vergeet geen zaken op het titelblad, want dit veroorzaakt aftrekpunten

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 1. zakelijke brief
Je schrijft een zakelijke brief aan de schrijver van het boek.  
- Je past de verplichte briefconventies toe. 
- Ook gebruik je beleefde taal.
- De adressering mag je zelf verzinnen. 
- Je zorgt voor een inleiding, middenstuk en slot. 
- Je past dus alinea's toe met witregels.  

Slide 8 - Tekstslide

De verplichte opdrachten in de zakelijke brief
- Je stelt jezelf voor met naam en woonplaats.
- Je legt de aanleiding voor het schrijven van je brief uit.
- Je stelt 3 vragen aan de schrijver. Dit moeten inhoudelijke vragen zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

De verplichte opdrachten in de zakelijke brief
- Je typt een passage uit het boek en je laat de schrijver weten wat je van deze passage vindt. Jouw mening kan bijv. gaan over het taalgebruik, de emoties die het bij jou opriep, het waar-heidsgehalte, etc. Gebruik bij het typen van een passage de regels van 'citeren'. Je mening formuleer je met 2 argumenten.   

Slide 10 - Tekstslide

De verplichte opdrachten in de zakelijke brief
- Je vraagt om een reactie op je brief. Dit doe je op een beleefde wijze. 
- Je bedankt de schrijver voor de medewerking. 
- Je sluit de brief af met een beleefde slotgroet. Ook plaats je daarover jouw voor- en achternaam.    

Slide 11 - Tekstslide

Tips bij het schrijven van de zakelijke brief
- Controleer de zinsbouw. Zijn je zinnen grammaticaal correct. 
- Let op de spelling van werkwoorden
- Controleer ook de spelling van andere woorden
- Controleer je tekst op hoofdletters. Heb je overal de nodige hoofdletters geschreven? 
- Let op leestekens: punten, vraagtekens, komma's, dubbele punten, etc.  

Slide 12 - Tekstslide

opdracht 2. recensie film Spoorloos
We bekijken de film Spoorloos (The Vanishing) in de les. 


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

opdracht 3. stelling, mening en argumenten
Eén stelling kiezen
In de opdracht staan 5 stellingen over boek 'Het gouden ei'. 
Kies er 1 uit. 
Over een stelling kun jij het eens of juist oneens zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

opdracht 3. stelling, mening en argumenten
Stap 1: Schrijf een inleiding. Vertel wie jij bent, benoem jouw gekozen stelling (citeer!) en leg je motivatie uit voor deze keuze.  Daarnaast benoem je ook jouw standpunt over deze stelling. Ben jij het met de stelling eens? Of juist oneens? Je hoeft je standpunt hier nodig niet verder te beargumenteren. 

Slide 16 - Tekstslide

opdracht 3. stelling, mening en argumenten
Stap 2: Schrijf een middenstuk. Het middenstuk bestaat uit 3 alinea's. Je bedenkt 3 argumenten die je goed kan uitwerken/ uitleggen. In elke alinea komt 1 argument met tekst en uitleg aan bod. Je mag ook voorbeelden uit het boek gebruiken. Citeer in dat geval passages en noteer de paginanummers daarbij.   

Slide 17 - Tekstslide

opdracht 3. stelling, mening en argumenten
Stap 3: Schrijf een slotalinea. Hierin sluit je af met een conclusie die een krachtige 'uitsmijter' bevat. Voordat je met een conclusie komt, kun je nog een korte samenvatting geven. 
Boven dit artikel zet je een pakkende titel. 
Zet onder je artikel jouw voor- en achternaam

Slide 18 - Tekstslide

Tips bij het schrijven van je artikel (betoog)
- Controleer de zinsbouw. Zijn je zinnen grammaticaal correct. 
- Let op de spelling van werkwoorden en op spelling van andere woorden
- Controleer je tekst op hoofdletters
- Let op leestekens: punten, vraagtekens, komma's, dubbele punten, etc.  
- Controleer of er een logische volgorde en samenhang bestaat.
- Controleer je alinea-indeling en het gebruik van witregels

Slide 19 - Tekstslide

opdracht 4. Spanning
Spanning: Schrijvers gebruiken allerlei technieken om spanning te creëren. De literaire theorie kent 3 soorten spanning. In het boek 'Het gouden ei' komen de 3 soorten spanning ook voor. 

Nu volgen de 3 soorten spanning:

Slide 20 - Tekstslide

theorie: soorten spanning
1. Dreiging: Jij weet als lezer iets dat een personage in het verhaal nog niet weet. 
2. Geheim: Een personage weet (al) iets, wat jij als lezer (nog) niet weet. 
3. Raadsel: Zowel jij als een personage zitten met dezelfde vraag. Iets is (nog) niet duidelijk. Jullie weten beiden (nog) iets niet. 

Slide 21 - Tekstslide

opdracht 4A
Je benoemt de 3 vormen van spanning. Leg in jouw opdracht uit wat deze 3 spanningen betekenen (neem de theorie over). 
Geef vervolgens bij elke soort spanning 2 voorbeelden uit het boek 'Het gouden ei'. In opdracht 4A benoem je dus in totaal 6 voorbeelden. 

Slide 22 - Tekstslide

opdracht 4B
In de passage bij het tankstation is er ten eerste geen sprake van spanning: noch de personages, nog jij als lezer, weet dat er iets gaat gebeuren. Pas als Rex zich zorgen gaat maken, is er sprake van een raadsel. 
Herschrijf deze passage, zodat er DREIGING ontstaat. 

Slide 23 - Tekstslide

Herschrijf 4B met ongeveer een halve A4-pagina. 
Begin bij het moment dat Saskia voorstelt om iets te drinken te gaan halen. 
Pagina 12 'Maar eerst heb ik nog wel trek in een koud drankje.'
Eindig op het moment dat Rex de servicewinkel binnengaat om naar Saskia te zoeken. 

Slide 24 - Tekstslide

Klaar
Je bent nu klaar met je fictiedossier. 
Maar, een laatste controle is goed om te doen aan de hand van het beoordelingsformulier. 

Slide 25 - Tekstslide

Het beoordelingsformulier
Controleer je gehele fictiedossier nog eens aan de hand van de beoordelingspunten. 
In totaal zijn er 60 punten te verdienen. 
Hier volgen de punten op een rij. 

Slide 26 - Tekstslide

Titelblad
Hier krijg je 5 punten voor. Voor elke fout in de volgende zaken geldt een aftrekpunt:


- voornaam, achternaam, klas
- titel
- auteur
- afbeelding
- docent

Slide 27 - Tekstslide

Zakelijke brief 1
Hier krijg je 15 punten voor. Maar, let op: voor elke fout in de volgende zaken geldt een aftrekpunt.
- adres afzender
- plaats en datum
- geadresseerde
- aanhef
- voorstellen met naam en woonplaats
- aanleiding voor het schrijven

Slide 28 - Tekstslide

Zakelijke brief 2
- vraag 1 aan de schrijver
- vraag 2 aan de schrijver
- vraag 3 aan de schrijver
- benoemen/citeren van een passage
- jouw mening over deze passage (algemeen)
- eigen mening 1 over passage
- argument 1 

Slide 29 - Tekstslide

Zakelijke brief 3
- eigen mening 2 over passage
- argument 2
- verzoek om een reactie
- het bedanken voor zijn medewerking
- een beleefde slotgroet
- een handtekening (digitaal mag je het woord handtekening schrijven)
- jouw voor- en achternaam 

Slide 30 - Tekstslide

Zakelijke brief 4
- formuleren (correcte woorden en zinnen)
- spelling (correcte spelling van woorden en werkwoorden)

Slide 31 - Tekstslide

Recensie film 1
Hier krijg je 15 punten voor. Maar, let op: voor elke fout in de volgende zaken geldt een aftrekpunt.
- korte samenvatting van de film
- het benoemen van de personages met informatie over de personages
- het toelichten van gebeurtenissen
- uitleg over de vormgeving van de film


Slide 32 - Tekstslide

Recensie film 2
- uitleg over de verschillen tussen de film en het leesboek.
- Jouw mening
- Argumenten, passend bij jouw mening
- Je hebt geen plot gedeeld/verklapt
- Je hebt een conclusie gegeven
- Je bent objectief in jouw verhaal 
- Je hebt een beoordeling gegeven

Slide 33 - Tekstslide

Recensie film 3
- Je hebt een duidelijke indeling met alinea's
- Je hebt een correcte spelling toegepast
- Je hebt geen formulingsfouten (in woorden en zinnen)

Slide 34 - Tekstslide

Spanning
Hier krijg je voor 4A en 4B samen 10 punten voor. Maar, let op: voor elke fout in de volgende zaken geldt een aftrekpunt.
- Dreiging 1 + voorbeeld
- Dreiging 2 + voorbeeld
- Geheim 1 + voorbeeld
- Geheim 2 + voorbeeld


Slide 35 - Tekstslide

Spanning
- Raadsel 1 + voorbeeld
- Raadsel 2 + voorbeeld
- Een herschreven passage (-5 punten)



Slide 36 - Tekstslide

Taalgebruik
Ook voor taalgebruik kun je 5 punten krijgen of aftrekpunten, wanneer je fictiedossier hier onvoldoende/niet aan voldoet.
- spelling (algemene spelling en werkwoordspelling)
- formuleren (correcte formulering van grammatica op woordniveau en zinsniveau)
- netheid (opdrachten worden in de juiste volgorde in het fictiedossier gezet, er wordt duidelijk verwezen naar de opdrachten,  elke opdracht staat op een nieuwe pagina, je heb een duidelijk lettertype en lettergrootte)  



Slide 37 - Tekstslide

Einde fictiedossier
'Het gouden ei'

Slide 38 - Tekstslide