Aanwezig: een ampul van medicijn K: 10 mg per ml. Te geven: 15 mg medicijn K middels een injectie. Hoeveel ml geef je per keer?
Slide 2 - Tekstslide
Aanwezig: een ampul van medicijn A: 5 mg per ml. Te geven: 15 mg medicijn A middels een injectie. De ampul bevat totaal 5 ml. Hoeveel ml geef je per keer?
Slide 3 - Tekstslide
Een zorgvrager moet 4 mg Aramine s.c. toegediend krijgen. In voorraad zijn ampullen van 1ml=10 mg. Hoeveel ml geef je?
Slide 4 - Tekstslide
Je moet een zorgvrager 40 IE insuline geven. Je hebt in voorraad een ampul waarop staat 100 IE=1 ml.
Hoeveel injecteer je?
Slide 5 - Tekstslide
Een patiënt krijgt 500mg amoxicilline per dag toegediend. De apotheek levert een flesje met 100 mg/ml. Hoeveel ml moet je injecteren?
Slide 6 - Tekstslide
Jan weegt 60 kg. Hij moet op voorschrift van de arts 6 mg Augmentin per kg lichaamsgewicht krijgen. In voorraad is 90mg/ml. Hoeveel ml geef je Jan?
Slide 7 - Tekstslide
In voorraad is een flacon Insuline van 1000IE/10ml. Je moet 10 IE toedienen. Hoeveel ml injectievloeistof neem je uit de flacon?
Slide 8 - Tekstslide
Iemand moet 250.000IE penicilline hebben. De apotheek levert penicilline in flacons van 1.000.000IE in poedervorm. Je lost het poeder op met 4 ml vloeistof. Hoeveel ml spuit je?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Een flacon Bicilline bevat 800.000IE en wordt aangemaakt met 2 ml aqua dest. Hoeveel ml geef je dhr. Smit die 400.000IE i.m. moet hebben?
Slide 11 - Tekstslide
Een patiënt krijgt gedurende zes dagen 2 keer per dag 50 mg morfine voorgeschreven. Op de afdeling zijn tabletten van 25 mg per tablet.
Hoeveel tabletten heb je in totaal nodig?
Slide 12 - Tekstslide
Indi weegt 20 kg en krijgt antibiotica voorgeschreven in een dosering van 20.000 IE/kg/24 uur in 10 gelijke doses.
Hoeveel IE geef je per dosis?
Slide 13 - Tekstslide
Vraag
Voorschrift voor patiënt van 100 kg is 5 mg/kg.
Gebruik ampullen met 15 mg/ml, hoeveel ml moet je spuiten?
Slide 14 - Tekstslide
Vraag
Een patient heeft een longembolie en moet daarvoor bloedverdunners toegediend krijgen. De dosering is 100 IE/kg. Mevr. Snel weegt 80 kg.
A. Hoeveel IE moet je injecteren?
B. Je beschikt over ampullen van 10.000 IE/ml. Hoeveel ml
moet je injecteren?
Slide 15 - Tekstslide
De arts schrijft 50 mg pethidine intramusculair voor. Je hebt de beschikking over een pethidineoplossing van 10%.
A: Hoeveel mg/ml is 10%?
B: Hoeveel ml moet je injecteren?
Slide 16 - Tekstslide
Een patiënt moet 1,2 liter sondevoeding toegediend krijgen met behulp van een voedingspomp. De sondevoeding moet binnen 12 uur toegediend worden.
Op hoeveel ml/uur stel je de voedingspomp in?
Slide 17 - Tekstslide
Op een zuurstofcilinder van 2 liter, zie je 150 bar staan.
De druk was 200 bar.
Hoeveel liter zuurstof is gebruikt?
Slide 18 - Tekstslide
Vraag
Klaas gaat naar het ziekenhuis en neemt een 10 liter cilinder mee. Hij gaat maximaal 2u van huis. Hij verbruikt 5 liter zuurstof per minuut
Wat is het minimum aantal bar in de 10 liter fles dat veilig is voor 2 uur?
Slide 19 - Tekstslide
Aanwezig is een oplossing van 15%. De zorgvrager moet 50mg krijgen. Hoeveel ml geef je?
Slide 20 - Tekstslide
Op de afdeling heb je een zoutoplossing van 50% op voorraad. Je moet 500ml zoutoplossing maken van 40%. Wat is de uitkomst en hoeveel ml moet je nog toevoegen?