3.3 vraag en aanbod.

Terugblik
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de begrippen naar de juiste plaats
-
-
Inkoopwaarde omzet
Brutowinst
Nettoresultaat
Omzet
Bedrijfskosten

Slide 2 - Sleepvraag

Maak de berekeningen compleet.
×
1
2
=
omzet
+
=
omzet
nettoresultaat
verkoopprijs
inkoopprijs
inkoopwaarde omzet
afzet
brutowinst

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

De evenwichtshoeveelheid is
A
60
B
30
C
6
D
12

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

De evenwichtshoeveelheid is
A
60
B
30
C
6
D
12

Slide 7 - Quizvraag

Wat is hier de evenwichtsprijs?
A
€6
B
€50
C
€150
D
€300

Slide 8 - Quizvraag

Wat is hier de evenwichtshoeveelheid?
A
6
B
50
C
150
D
300

Slide 9 - Quizvraag

De evenwichtshoeveelheid is
A
60
B
30
C
6
D
12

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

De aanbodlijn is een ...
A
dalende lijn
B
stijgende lijn
C
horizontale lijn

Slide 12 - Quizvraag

De aanbodlijn van een smartphone is als volgt. De grondstofkosten voor batterijen stijgen.
Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
De aanbodlijn gaat naar links
B
De aanbodlijn gaat naar rechts
C
De aanbodlijn gaat omlaag
D
De aanbodlijn gaat omhoog

Slide 13 - Quizvraag

Een verschuiving VAN de aanbodlijn komt NIET door:
A
De verandering van prijs
B
hogere arbeidskosten
C
Lager grondstofkosten
D
Verbeterde technologie

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

De vraaglijn is:
A
dalend
B
stijgend
C
verticaal
D
horizontaal

Slide 16 - Quizvraag

De vraaglijn van een product is als volgt. Het inkomen van de vragers stijgt.
Wat gebeurt er met de vraaglijn?
A
De vraaglijn gaat naar links
B
De vraaglijn gaat naar rechts
C
De vraaglijn gaat omlaag
D
De vraaglijn gaat omhoog

Slide 17 - Quizvraag

De vraaglijn van een product verschuift niet als....

A
het aantal consumenten stijgt
B
het inkomen daalt
C
de prijs van het product stijgt
D
de behoefte van de consument verandert

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Minimumprijs 
- Er ontstaat een aanbodoverschot
 
- De overheid heeft hierdoor kosten omdat er een aanbodoverschot is en de overheid koopt dit overschot voor de minimumprijs op.

- Een minimumprijs wordt voornamelijk in de landbouwindustrie gebruikt door de overheid.

- Consumentensurplus en producenten surplus verandert. 

Slide 20 - Tekstslide

minimumprijs, landbouw

Slide 21 - Tekstslide

Maximumprijs
Maximumprijs wordt ingesteld door de overheid om de consument te beschermen tegen te hoge prijzen.
Door het instellen van een maximumprijs zullen de winsten van de aanbieders dalen.
Door het instellen van een maximumprijs is de vraag naar een product groter dan het aanbod. Er ontstaat een vraagoverschot.

Slide 22 - Tekstslide

maximumprijs

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Als er veel vraag is..
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs

Slide 25 - Quizvraag

Als er veel aanbod is..
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs

Slide 26 - Quizvraag

Als er weinig vraag is..
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs

Slide 27 - Quizvraag

Als er weinig aanbod is..
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs

Slide 28 - Quizvraag

evenwicht
Doordat de prijs zich aanpast aan vraag en aanbod ontstaat de evenwichtsprijs en hoeveelheid.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Slide 32 - Video