In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
hoe gaat het met jullie?
Slide 1 - Tekstslide
Thema 2 Waarneming
en gedrag
BS3 Gedrag beschrijven
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen BS3
Na deze BS kun je:
toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
omschrijven wat ethologie inhoudt.
omschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen
de invloed van gedragsonderzoek op de maatschappij toelichten.
Slide 3 - Tekstslide
Begrippen van BS3
ethologie
gedrag
adequaat gedraag
handelingen
gedragselementen
respons
blackbox
gedragsysteem
gedragsketen
balts
voortplantingsgedrag
subsystemen
broedzorg
ethogram
protocol
Slide 4 - Tekstslide
wat verstaan biologen onder gedrag?
Slide 5 - Woordweb
gedrag
alle waarneembare activiteiten van een dier of een mens
zoals:
geluid maken - geurstoffen afscheiden - slapen -
van kleur veranderen - lichaamshouding
Slide 6 - Tekstslide
waarom vertonen mens en dier gedrag?
Slide 7 - Woordweb
adequaat gedrag
gedrag dat leidt tot betere overlevingskansen
zowel fysiologisch als omgeving
Slide 8 - Tekstslide
wat hebben we nodig om gedrag te tonen?
Slide 9 - Woordweb
opbouw gedrag:
prikkel -> verwerking/handelingen -> respons
waarnemingen van zintuigcellen
centrale zenuwstelsel
de reactie op de waarneming
Slide 10 - Tekstslide
Is dit gedrag? Een jongen die bloost als hij een meisje aankijkt?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
Is dit gedrag? Glas valt op de grond.
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Is dit gedrag? Gargamel die een smurf probeert te vangen?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Is dit gedrag? Een bliksemschicht uit een onweerswolk.
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Ethologie
De tak van de biologie waarbij de studie van het gedrag van dieren centraal staat.
Gedrag is alle waarneembare activiteiten van dier of mens.
Adequaat gedrag is gedrag waardoor de overlevingskansen en fitness van een dier worden vergroot.
Slide 15 - Tekstslide
Handeling/gedragselement:
Waarneembare handeling bij dieren en dus ook mensen.
Gedragsketen:
Opeenvolgende handelingen in een "vaste" volgorde
Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel
Subsysteem:
samenhangende groepen van handelingen binnen
een gedragssysteem
Handeling = Gedragselement
Slide 16 - Tekstslide
Van prikkel tot handeling
Handelingen zijn losse elementen van gedrag.
Slide 17 - Tekstslide
Respons: een reactie op een prikkel.
Black box: processen die zich afspelen in een organisme. De prikkel (input) en respons (output) kunnen worden geobserveerd. Het proces kan hieruit worden afgeleid i.c.m. kennis over het zintuigstelsel, zenuwstelsel en hormoonstelsel van het organisme
Slide 18 - Tekstslide
Hersenactiviteit
Hersenactiviteit kan zichtbaar worden gemaakt m.b.v. MRI (= Magnetic Resonance Imaging).
Maken van verbanden tussen hersenactiviteit en gedrag
Uitvoeren van een handeling i.c.m. het meten van de hersenactiviteit.
Gedragssysteem = handelingen met gemeenschappelijk doel (kan uit meerdere subsystemen bestaan)
Gedragsketen = effect ene handeling leid tot volgende handeling
Slide 22 - Tekstslide
gedragsonderzoek
beschrijving van het gedrag wordt gedaan in een ethogram
Slide 23 - Tekstslide
ethogram
Een objectieve beschrijving
van de verschillende
typen handelingen
die bij een diersoort
voor kunnen komen.
+ een protocol
Slide 24 - Tekstslide
protocol
lijst met wanneer welke handeling heeft plaatsgevonden
Slide 25 - Tekstslide
Onderzoek doen
Frans de Waal - primatoloog
aantal voorbeelden
Slide 26 - Tekstslide
www.ted.com
Slide 27 - Link
Welke gedrag heeft Frans de Waal onderzocht?
Slide 28 - Woordweb
In een ethogram staan beschreven:
A
beschrijvingen van handelingen
B
hoe vaak een handeling heeft plaats gevonden
C
hoe lang een handeling heeft geduurd
D
wat de onderzoeker van de handeling vond
Slide 29 - Quizvraag
Geluiden, geuren en kleuren kunnen prikkels zijn die bij dieren leiden tot bepaald gedrag.
Welke van deze prikkels kunnen een rol spelen bij het voortplantingsgedrag van dieren?
A
alleen geuren en geluiden
B
alleen geluiden en kleuren
C
alleen geuren en kleuren
D
alle drie
Slide 30 - Quizvraag
Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open. - Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
de geur van de worm
C
bewegen van het nest
D
het zien van zijn ouder
Slide 31 - Quizvraag
ons gedrag wordt beïnvloed zonder dat we er erg in hebben...
Slide 32 - Tekstslide
www.npo3.nl
Slide 33 - Link
nog vragen?
Slide 34 - Tekstslide
aan de slag:
maak opdracht 33 t/m 40
Slide 35 - Tekstslide
Thema 2 Waarneming
en gedrag
BS4 Vorming van gedrag
Slide 36 - Tekstslide
Leerdoelen BS4
Na deze BS kun je:
toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald.
beschrijven dat er een dynamische relatie is tussen een organisme en zijn omgeving.
Slide 37 - Tekstslide
Begrippen van BS4
erfelijke eigenschappen
motivatie
periodieke invloeden
voortplantingsprikkel
biologische klok
sleutelprikkel
supernormale prikkel
Slide 38 - Tekstslide
gedrag
wordt beïnvloed door:
erfelijke (aangeboren) eigenschappen
aangeleerde (ervaring) eigenschappen
Slide 39 - Tekstslide
vorming van gedrag
prikkels zijn de waarnemingen
Slide 40 - Tekstslide
vorming van gedrag
motivatie is de drang een bepaald gedragsysteemuit te voeren:
honger - voeding
veiligheid - vluchten
Slide 41 - Tekstslide
vorming van gedrag
anatomie / fysieke toestand:
lichaams-temperatuur,
vochtbalans
Slide 42 - Tekstslide
vorming van gedrag
erfelijk:
- pasgeborenen
zuigreflex: drinken
Slide 43 - Tekstslide
vorming van gedrag
aangeleerd
- hond die netjes aan de riem blijft lopen
- sociaal wenselijk
"dank je wel"
Slide 44 - Tekstslide
vorming van gedrag
nieuw gedrag:
- omgeving veranderd,
-andere wensen
- iemand met een maagverkleining zal zijn eetgedrag moeten aanpassen
Slide 45 - Tekstslide
vorming van gedrag
gedragsysteem:
- handelingen met gemeenschappelijk doel (kan uit meerdere subsystemen bestaan
- vb balts
Slide 46 - Tekstslide
vorming van gedrag
effect
= uiting van het gedrag
terugkoppeling:
-nieuwe waarnemingen als reactie op het gedrag
vb.?
Slide 47 - Tekstslide
Voedingsgedrag
Slide 48 - Tekstslide
periodieke invloeden
prikkels die regelmatig terugkomen met verschillende prikkelsterktes in het interne of externe milieu
vb. dag/nacht ritme, hormonen
Slide 49 - Tekstslide
De verandering van de concentratie van een geslachtshormoon is een
A
interne
B
externe
Slide 50 - Quizvraag
Wat voor gedrag kan er volgen op de veranderingen op de concentratie van geslachtshormonen?
Slide 51 - Open vraag
dag en nacht ritme
kleine kinderen - puberteit - adolescenten - senior