Thema 6.3: gedrag

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS3
  1. Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
  2. Je kunt uitleggen dat gedrag komt door relatie organisme met zijn omgeving.
  3. Je kunt omschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen.

Slide 2 - Tekstslide

Gedrag = 
Alles wat een dier (of mens) doet en de manier waarop het dier dat doet.




Studie van gedrag = ethologie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is ethologie?
A
De studie over eten
B
De studie over vroeger
C
De studie over cavia's
D
De studie over gedrag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

1

Slide 7 - Video

Wat denk jij dat de Kapucijnaapjes gaan doen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Adequaat gedrag
Gedrag = alle waarneembare handelingen van een dier of mens

Gedrag is gericht op het handhaven of verbeteren van de fysiologische toestand of omgevingssituatie

Adequaat gedrag = gedrag dat de overlevingskans en fitness van een dier vergroot

Slide 10 - Tekstslide

Gedragselement
Gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen. Deze handelingen noemen we gedragselementen.

Voorbeelden van gedragselementen:
Kauwen, knipperen, krabben, tanden laten zien, etc...

Slide 11 - Tekstslide

Gedragssysteem
Gedragssysteem: groep samenhangende handelingen met een gemeenschappelijk doel

Gedragssysteem voorbeelden:
Voedingsgedrag
Verzorgingsgedrag
Baltsgedrag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

mond open doen
in tube knijpen
borstel naar mond bewegen
kraan aan doen
tanden-borstel pakken
tandpasta- tube pakken
mond spoelen met water
borstel heen en weer bewegen
kraan uit doen

Slide 14 - Sleepvraag

 Ethologie
Ethologie = studie van het gedrag van dieren

Alles objectief bekijken = alleen waarneembare feiten beschrijven

Geen menselijke eigenschappen toekennen (antropomorfismen)



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Is dit een juist beschreven observatie?
De hond kijkt angstig.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Is dit een juist beschreven observatie?
De apen kussen elkaar, omdat ze elkaar graag mogen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Gedragsketen
Als gedrag uit een serie gedragselementen in een vaste volgorde bestaat noemen we dat een gedragsketen.

Een voorbeeld van een gedragsketen is baltsgedrag bij dieren. 

Slide 19 - Tekstslide

Baltsgedrag (voortplantingsgedrag)
  • Het gedrag waarmee een mannetje en vrouwtje elkaar lokken, heet baltsgedrag.

  • Honden besnuffelen elkaar en sommige vogels voeren samen een 'dans' uit.

  • Door de balts laten dieren elkaar weten dat ze geschikte partners zijn. Het baltsgedrag vergroot de bereidheid tot paren.
  • Prikkel: verandering van daglengte. En daardoor hormonen die worden aangemaakt.

Slide 20 - Tekstslide

Onder welk gedragssysteem valt de balts?
A
Voedingsgedrag
B
Terretoriumgedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Sociaalgedrag

Slide 21 - Quizvraag

Gedrag bestuderen
Om onderzoek te doen naar gedrag van dieren en mensen maken onderzoekers gebruik van ethogrammen en protocollen


Slide 22 - Tekstslide

Ethogram
Als je gedrag gaat bestuderen maak je eerst een ethogram

In een ethogram beschrijf je alle gedragselementen die je kunt bedenken en geef je ze een code. Zie rechts een voorbeeld van een ethogram

Slide 23 - Tekstslide

Protocol
Tijdens het bestuderen van gedrag maak je gebruik van een protocol. 

In een protocol noteer je om de zoveel seconden welk gedragselement je ziet. Je gebruikt voor het noteren de afkortingen die je hebt bedacht in je ethogram.

Slide 24 - Tekstslide

Welke vragen kun je beantwoorden aan de hand van een protocol?
A
Hoe vaak komt elk gedragselement voor?
B
Hoelang duurt ieder gedragselement?
C
Is er sprake van een gedragsketen?
D
Wat denkt een dier tijdens het gedrag?

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Geluiden, geuren en kleuren kunnen prikkels zijn die bij dieren leiden tot bepaald gedrag.
Welke van deze prikkels kunnen een rol spelen bij het voortplantingsgedrag van dieren?
A
Alleen geluiden en geuren
B
Alleen geluiden en kleuren
C
Alleen geuren en kleuren
D
Zowel geluiden als geuren en kleuren

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de inwendige prikkel voor baltsgedrag?

Slide 29 - Open vraag

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.
Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
Honger
B
Het bewegen van het nest
C
Het ruiken van een worm
D
Het zien van hun ouder

Slide 30 - Quizvraag

In februari nemen mannetjes-aalscholvers bij het zien van vrouwtjes bepaalde houdingen aan. Hoe wordt het gedrag in de afbeelding genoemd?

Slide 31 - Open vraag

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 32 - Quizvraag

Hoe wordt tabel 2 genoemd?

Slide 33 - Open vraag

Aan de slag!
Maken bs 6.3: opdr. 32 t/m 40

af? -> Lezen bs4

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Hoe zou je het gedrag van Mama noemen?

Slide 36 - Woordweb

Slide 37 - Video

Gedragssystemen
Gedragssystemen
  • Groep samenhangende handelingen met een gemeenschappelijk doel, 
  • bijvoorbeeld voedsel zoeken of voortplanten
  • Vaak in een vaste volgorde= gedragsketen


Kijk naar biobits: Functie en gedrag en schrijf alle verschillende gedragssystemen op die je ziet.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

0

Slide 40 - Video