Gedragssysteem: groep samenhangende handelingen met een gemeenschappelijk doel
Gedragssysteem voorbeelden:
Voedingsgedrag
Verzorgingsgedrag
Baltsgedrag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
mond open doen
in tube knijpen
borstel naar mond bewegen
kraan aan doen
tanden-borstel pakken
tandpasta- tube pakken
mond spoelen met water
borstel heen en weer bewegen
kraan uit doen
Slide 14 - Sleepvraag
Ethologie
Ethologie = studie van het gedrag van dieren
Alles objectief bekijken = alleen waarneembare feiten beschrijven
Geen menselijke eigenschappen toekennen (antropomorfismen)
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Is dit een juist beschreven observatie? De hond kijkt angstig.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Is dit een juist beschreven observatie? De apen kussen elkaar, omdat ze elkaar graag mogen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Gedragsketen
Als gedrag uit een serie gedragselementen in een vaste volgorde bestaat noemen we dat een gedragsketen.
Een voorbeeld van een gedragsketen is baltsgedrag bij dieren.
Slide 19 - Tekstslide
Baltsgedrag (voortplantingsgedrag)
Het gedrag waarmee een mannetje en vrouwtje elkaar lokken, heet baltsgedrag.
Honden besnuffelen elkaar en sommige vogels voeren samen een 'dans' uit.
Door de balts laten dieren elkaar weten dat ze geschikte partners zijn. Het baltsgedrag vergroot de bereidheid tot paren.
Prikkel: verandering van daglengte. En daardoor hormonen die worden aangemaakt.
Slide 20 - Tekstslide
Onder welk gedragssysteem valt de balts?
A
Voedingsgedrag
B
Terretoriumgedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Sociaalgedrag
Slide 21 - Quizvraag
Gedrag bestuderen
Om onderzoek te doen naar gedrag van dieren en mensen maken onderzoekers gebruik van ethogrammen en protocollen.
Slide 22 - Tekstslide
Ethogram
Als je gedrag gaat bestuderen maak je eerst een ethogram
In een ethogram beschrijf je alle gedragselementen die je kunt bedenken en geef je ze een code. Zie rechts een voorbeeld van een ethogram
Slide 23 - Tekstslide
Protocol
Tijdens het bestuderen van gedrag maak je gebruik van een protocol.
In een protocol noteer je om de zoveel seconden welk gedragselement je ziet. Je gebruikt voor het noteren de afkortingen die je hebt bedacht in je ethogram.
Slide 24 - Tekstslide
Welke vragen kun je beantwoorden aan de hand van een protocol?
A
Hoe vaak komt elk gedragselement voor?
B
Hoelang duurt ieder gedragselement?
C
Is er sprake van een gedragsketen?
D
Wat denkt een dier tijdens het gedrag?
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
Geluiden, geuren en kleuren kunnen prikkels zijn die bij dieren leiden tot bepaald gedrag. Welke van deze prikkels kunnen een rol spelen bij het voortplantingsgedrag van dieren?
A
Alleen geluiden en geuren
B
Alleen geluiden en kleuren
C
Alleen geuren en kleuren
D
Zowel geluiden als geuren en kleuren
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de inwendige prikkel voor baltsgedrag?
Slide 29 - Open vraag
Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open. Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
Honger
B
Het bewegen van het nest
C
Het ruiken van een worm
D
Het zien van hun ouder
Slide 30 - Quizvraag
In februari nemen mannetjes-aalscholvers bij het zien van vrouwtjes bepaalde houdingen aan. Hoe wordt het gedrag in de afbeelding genoemd?
Slide 31 - Open vraag
Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.
Slide 32 - Quizvraag
Hoe wordt tabel 2 genoemd?
Slide 33 - Open vraag
Aan de slag!
Maken bs 6.3: opdr. 32 t/m 40
af? -> Lezen bs4
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Hoe zou je het gedrag van Mama noemen?
Slide 36 - Woordweb
Slide 37 - Video
Gedragssystemen
Gedragssystemen
Groep samenhangende handelingen met een gemeenschappelijk doel,
bijvoorbeeld voedsel zoeken of voortplanten
Vaak in een vaste volgorde= gedragsketen
Kijk naar biobits: Functie en gedrag en schrijf alle verschillende gedragssystemen op die je ziet.