Woordsoorten - herhaling (klas 1A)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Woordsoorten

Alle woorden horen bij een woordsoort. Welke woordsoorten kun je noemen?

Lidwoord (LW)

De, het = bepaald lidwoord.

Het is bepaald, staat vast, wanneer je de of het gebruikt.

  - de kast
   - het boek

Een = onbepaald lidwoord.

Onbepaald omdat je een zowel voor een de- als een het-woord kunt zetten.

- een kast, een boek

Welke woorden zijn werkwoorden?

1. boek, schrift, vakantie
2. huilen, dansen, spelen
3. bouwvakker, lasser, timmerman

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. boeken
2. pennen
3. lezen
4. schriften

Een ZN kun je meestal verkleinen.

1. waar
2. niet waar

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. trommel
2. papier
3. letter
4. staan

Je kunt voor een ZN een LW zetten.

1. waar
2. niet waar

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. lopen
2. klas
3. raam
4. Adidas

Wat is een BN?

1. gil
2. praat
3. hard
4. twee

'Veel ' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over

1. een zelfstandig naamwoord
2. een werkwoord

"Ik zag twee vliegen vliegen."

Hoeveel werkwoorden in deze zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel werkwoorden staan er in onderstaande zin?

Ik heb gisteren de hele dag kunnen oefenen.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zn in deze zin?
Veel jongeren lezen de krant.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zn in deze zin?
Olivia werd op straat omhelsd door haar moeder.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zn in deze zin?
Wie veel verdriet heeft, mag best een keer huilen.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zn in deze zin?
Het boek ligt in de boekenkast op de eerste verdieping van dit huis.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

1. zonnige
2. dag
3. zonnige , leren
4. leren

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De lelijke kast
2. De metalen kast
3. De grijze kast
4. De oude kast

Voorzetsels

Voorzetsels horen bij de woordsoorten

Het voorzetsel

Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. Voorzetsels zijn onder andere:

Vast voorzetsel

Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen: een vast voorzetsel.

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken

Ik houd van kip met frietjes en appelmoes

Wat is GEEN voorzetsel?

1. naar
2. na
3. natuurlijk
4. om

Wat is GEEN voorzetsel?

1. Tijdens
2. voor
3. omdat
4. tussen

Wat zijn voorzetsels?

1. de, het, een
2. in, voor, achter
3. grote, mooie, leuke
4. voorlezen, voorspelen, voorzeggen

rijst

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Voorzetsel

Jumbo

1. Lidwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

aardig

1. Voorzetsel
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

gedachte

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Voorzetsel

tussen

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Voorzetsel

lezen

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Voorzetsel

dictee

1. Lidwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Voorzetsel

is

1. Lidwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Voorzetsel

Maak een zin met de gegeven volgorde:
LW - BN - ZN - WW - WW

Maak een zin met de gegeven volgorde:
VZ - LW - ZN - WW - LW - BN - ZN

Benoem de onderstreepte woordsoorten.

Benoem de onderstreepte woordsoorten.