5.7 herhaling

5.7 Grammatica
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.7 Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

2. zn
4. bn
5. vz
3. lw
1. ww
Schrijf op wat het is en een voorbeeldzin. 
6. tw

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • heb je geoefend met de woordsoorten en ken je ze nu

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoorden

Slide 4 - Woordweb

Zelfstandig naamwoorden

Slide 5 - Woordweb

Werkwoorden

Slide 6 - Woordweb

Maak een zin met een lw, zn en ww

Slide 7 - Open vraag

Ik bereid het eten voor.

Bereid =
A
lw
B
zn
C
ww

Slide 8 - Quizvraag

Woordsoorten
zn: mensen, dieren, dingen, planten, namen
                    - voorbeeld: dokter, kat, telefoon, geluk
lw: de, het, een

ww: iets wat je kan doen of je overkomt
                   - voorbeeld: maken, bereiden, voeren, hebben
zn = zelfstandig naamwoord
lw= lidwoord
ww=werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

Nieuw:
BN, VZ, TW
Wie weet het nog?

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Het bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over het zelfstandig naamwoord (zn). 

Voorbeeld: De bruine hond. 
Wat is een zn ook al weer?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het bn van de volgende zin?
De scholen staan aan de lange weg.
A
scholen
B
staan
C
lange
D
weg

Slide 13 - Quizvraag

Maak een zin met een bn.

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin met een lw, zn, ww en bn

Slide 15 - Open vraag

Voorzetsel
Nu jullie! Laat maar zien met de stoel!

Slide 16 - Tekstslide

Voorzetsels

Slide 17 - Woordweb

Maak een zin met twee voorzetsels.

Slide 18 - Open vraag

Ik ga tijdens de les wel even!
Voorzetsel?
A
ga
B
tijdens
C
les
D
even

Slide 19 - Quizvraag

Telwoorden
Telwoorden (tw): woorden die een aantal of hoeveelheid aangeven. 

Bijvoorbeeld: 
vier, honderd, veel, eerste, derde, duizendste, middelste, laatste.

Slide 20 - Tekstslide

Telwoorden

Slide 21 - Woordweb

Maak een zin met twee telwoorden.

Slide 22 - Open vraag

Veel leerlingen beginnen het tweede uur.
Telwoorden?
A
Veel
B
Veel leerlingen
C
tweede uur
D
veel, tweede

Slide 23 - Quizvraag

Woordsoorten
Maak een verhaaltje van 5 zinnen met:
- ww
- zn             - lw
- twee vz      - twee tw
- bn

Slide 24 - Tekstslide