Tekstverbanden

Lezen perron 3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lezen perron 3

Slide 1 - Tekstslide

vervolgens
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de functie van een afbeelding bij een tekst?
A
Vervangen
B
Geen functie
C
Geeft altijd het onderwerp weer
D
Opvulling

Slide 3 - Quizvraag


Bij welk verband passen de signaalwoorden: als, indien, mits, tenzij, op voorwaarde dat
A
Doel en middel
B
Voorwaarde
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 4 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is een objectieve tekstsoort?
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Plaats de volgende titels op de juiste plek
Achtergrondartikel
Nieuwsbericht
Ernstige ongelukken tijdens voetbal door de jaren heen.
Moeten kattenbezitters ook belasting gaan betalen?
Handbalvrouwen winnen WK-finale
De avondklok wordt verlengd
Onderzoek naar het telefoongebruik bij jongeren
Ondanks dat het maart is, lijkt het wel al lente.

Slide 6 - Sleepvraag

De titel is ook altijd het onderwerp van een tekst?
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort bij tekstverbanden?

A
Verwijswoorden.
B
Signaalwoorden.
C
Inhoudswoorden.
D
Antwoord A, B en C.

Slide 8 - Quizvraag

Waar vind je een achtergrondartikel?
A
Staat op de voorkant van de krant
B
Staat alleen op internet
C
Staat iets verder in de krant of bijlage
D
Bestaat niet

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk verband hoort het signaalwoord 'indien'?
A
doel-middel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
doel-middel

Slide 10 - Quizvraag

Tekstverbanden en signaalwoorden horen bij elkaar.
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 11 - Quizvraag

Welke opbouw heeft een achtergrondartikel?
A
Heeft geen vaste opbouw
B
Inleiding - uitwerking
C
Kop - inleiding - slot
D
Inleiding - kern - slot

Slide 12 - Quizvraag

DOOR MIDDEL VAN
A
conclusie
B
tijd
C
doel/middel
D
oorzaak/gevolg

Slide 13 - Quizvraag

ten slotte
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
uitleggend

Slide 14 - Quizvraag

Bij een samenvatting benoem je alleen maar bijzaken?
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Bovendien
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Middel - doel

Slide 16 - Quizvraag

Signaalwoorden: Eerst, daarna, vervolgens horen bij:
A
Opsommend
B
Tegenstellend
C
voorwaarde

Slide 17 - Quizvraag

doel-middelverband. Wat is het doel? Wat het middel?
A
doel: leven van hun video's middel: reclames maken
B
doel: reclames maken middel: leven van hun video's

Slide 18 - Quizvraag

ook
A
tegenstellend
B
opsommend
C
tijdsvolgorde

Slide 19 - Quizvraag

Tekstverband Voorwaarde
A
En
B
Maar
C
Mits
D
Dus

Slide 20 - Quizvraag


Wat is GEEN signaalwoord voor
doel-middel?
A
waarmee
B
even ... als
C
zodat
D
door middel van

Slide 21 - Quizvraag

Tekstverband: VOORWAARDE
A
Indien
B
Kortom
C
Zoals
D
Toen

Slide 22 - Quizvraag