Maandag 8 mei 2023

Maandag 8 mei 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het vakantie - 10 woorden
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema  Geld en Werk
12.40 - 13.00 uur
Nieuwsbegrip
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
rekenen 

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maandag 8 mei 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het vakantie - 10 woorden
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema  Geld en Werk
12.40 - 13.00 uur
Nieuwsbegrip
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
rekenen 

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema GELD en WERK

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Tekstslide

verliezen
  • een bedrag dat je verliest; de keer dat je verliest
  • het niet meer hebben; kwijtraken
  •  verslagen worden; de winst aan een ander moeten laten
  • tegenstelling: winnen
  • Zin: We hebben de wedstrijd verloren, maar het was toch een fijne middag.
  • Zin: Mijn zusje verliest elke keer haar sleutels.

Slide 4 - Tekstslide

verstandig
  • als er goed over is nagedacht 
  • verstandige mensen denken goed na voordat ze iets doen
  • tegenstelling: onverstandig
  • Zin: Het is verstandig om gezond te eten en veel te bewegen.
  • Zin: Als je verstandig bent, ga je vanavond vroeg naar bed.

Slide 5 - Tekstslide

het principe
  • een vaste mening over wat goed of fout is
  • de manier waarop iets werkt
  • meervoud: principes
  • Zin: Het was tegen zijn principe om vlees te eten.
  • Zin: In principe vergaderen we iedere dinsdag.

Slide 6 - Tekstslide

uitbetalen
  • geld geven voor werk dat iemand gedaan heeft
  • scheidbaar werkwoord; betaalde uit, heeft uitbetaald; afleiding: de uitbetaling
  •  Zin: Het bedrijf heeft het loon over juli nog niet uitbetaald.
  • Zin:  Wil je mijn loon uitbetalen? Ik heb niets meer.

Slide 7 - Tekstslide

de uitgave
  • het bedrag dat je uitgeeft
  •  een boek of blad dat is uitgegeven = de editie
  • meervoud: uitgaven, uitgaves
  • Zin: De nieuwe auto was een grote uitgave.
  • Zin: Hij kocht een nieuwe  uitgave van het boek.

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent :
uitbetalen
A
geld opnemen
B
geld geven voor werk
C
geld stelen
D
geld opmaken

Slide 9 - Quizvraag

Waar wordt het woord:
verliezen
goed gebruikt?
A
iets kwijtraken
B
iets terugbrengen
C
iets vinden
D
iets opzoeken

Slide 10 - Quizvraag

Bij welke zin past het woord:
verstandig
A
ergens niet over nadenken
B
laat naar bed gaan als je moe bent
C
ongezond eten is goed
D
ergens goed over nadenken

Slide 11 - Quizvraag

Heb jij een principe? ( een mening)

Slide 12 - Woordweb

Laat een foto zien van jouw duurste uitgave

Slide 13 - Open vraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Tekstslide

Die jas was wel heel duur, dat was een grote ...................

Slide 15 - Open vraag

In ..................... gaan we elke week sporten.

Slide 16 - Open vraag

Is het wel ...................... om zo laat naar bed te gaan?

Slide 17 - Open vraag

Aan het einde van de week, wordt zijn salaris ...................... .

Slide 18 - Open vraag

Gisteren ben ik mijn sleutels ..................... , ik hoop dat ik ze weer terug vind.

Slide 19 - Open vraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
verliezen, de uitgave, uitbetalen, verstandig, het principe


Slide 20 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Werk en Geld.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 22 - Tekstslide

English
Holmwoods

Slide 23 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

Blink uit

Slide 25 - Tekstslide

Rekenen

Slide 26 - Tekstslide