Bezittelijke voornaamwoorden
1 / 14
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bezittelijke voornaamwoorden
Mister Sebel is a teacher ... (van ons).
Mister Sebel is a teacher ... (van ons).
Slide 2 - Open vraag
Bezittelijke voornaamwoorden
That is a paining ... (van hem).
That is a paining ... (van hem).
Slide 3 - Open vraag
Bezittelijke voornaamwoorden
That book is ... .
That book is ... .
A
my
B
mine
C
of mine
Slide 4 - Quizvraag
Bezittelijke voornaamwoorden
That new car is ... (haar).
That new car is ... (haar).
Slide 5 - Open vraag
Bezittelijke voornaamwoorden
... (Zijn) parents are crazy.
... (Zijn) parents are crazy.
Slide 6 - Open vraag
Bezittelijke voornaamwoorden
We never see ... (onze) neighbours.
We never see ... (onze) neighbours.
Slide 7 - Open vraag
Bezittelijke voornaamwoorden
Here is that bike ... .
Here is that bike ... .
A
your
B
yours
C
of yours
Slide 8 - Quizvraag
Bezittelijke voornaamwoorden
These are friends ... .
These are friends ... .
A
our
B
ours
C
of ours
Slide 9 - Quizvraag
The problem is ..., not ...
A
theirs, his
B
their, of his
C
they're, he's
D
of theirs, his
Slide 10 - Quizvraag
English is ... favourite subject.
A
ours
B
we
C
our
D
of ours
Slide 11 - Quizvraag
Those are ... books.
A
my
B
mine
C
I
D
of mine
