In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De literaire mindmap
4 havo
Kluun - Gastronomisch gehandicapt
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
- Je leert nieuwe woorden
- Je herhaalt de grondelementen van een verhaal
- Je past de grondelementen toe op het korte verhaal
- Je presenteert je bevindingen
Slide 2 - Tekstslide
Nieuwe woorden
gastronomie - kunst van het koken
antipathie - afkeer van iets hebben
c' est ca - het is nu eenmaal zo
verpieteren - verleppen
reinheid - opgeruimd/schoon
portfolio - bewijs van vaardigheden
primaire levensbehoefte - eten/drinken/telefoon
Slide 3 - Tekstslide
Kluun
controversieel
Slide 4 - Tekstslide
opdracht 1
Lees stil voor jezelf het fragment. Onderstreep zinnen en woorden waar Kluun 'figuurlijke taal' gebruikt.
Bijvoorbeeld:
'Een creditkaartafschrift ter grootte van het Bruto Nationaal Product van een middelgroot Afrikaans land'
Het was heel duur...
Na het lezen krijg je quizvragen over de tekst!
Slide 5 - Tekstslide
Schrijf het figuurlijk taalgebruik hier...
Slide 6 - Open vraag
Wie heeft het citaat aan het begin van het verhaal geschreven?
A
Kluun zelf
B
Harry Mulisch
C
Dimitri Verhulst
D
Ronald Giphart
Slide 7 - Quizvraag
Met welke sport vergelijkt Kluun eten?
A
voetbal
B
tennis
C
skateboarden
D
hockey
Slide 8 - Quizvraag
Waaruit bestond de 'culinaire eenkennigheid' van de vader van Kluun?
A
spaghetti
B
boerenkool
C
aardappels
D
shoarma
Slide 9 - Quizvraag
Vul aan: rust, reinheid en ...
A
regelmaat
B
nederwiet
C
kaas
D
vanillevla
Slide 10 - Quizvraag
Welk bezwaar heeft Kluun tegen culinaire kookkunsten?
A
Hij vindt het duur
B
Hij proeft het niet
C
Hij moet dan naar een andere stad
D
Hij kan niet lezen
Slide 11 - Quizvraag
Vink het favoriete gerecht aan van Kluun.
A
Pekingeend
B
gepocheerde eitjes
C
Een lasagne van seizoengroenten
D
cocq au vin
Slide 12 - Quizvraag
Verhaal- en leidmotieven
De thematiek van een roman kan zichtbaar worden doordat je bepaalde betekenisvolle elementen steeds terug ziet komen. Zo’n element dat zich herhaalt, noem je een verhaalmotief. Het kan een gebeurtenis zijn, een waarneming, een idee of een gevoel.
Soms krijgt een voorwerp, omdat het telkens opduikt in het verhaal een symboolwerking. Dan spreek je van een leidmotief.
Slide 13 - Tekstslide
Verhaal- en leidmotieven
Motieven geven de lezer houvast, omdat de herhaling zorgt voor samenhang en structuur: een verhaalmotief benadrukt het belang van een bepaalde gebeurtenis, idee of gevoel. Bovendien vormt het een aanwijzing voor de thematiek van het verhaal.
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 2
Je maakt groepjes van vier. Ieder lid van een groepje gaat nadenken over een grondelement in het verhaal van Kluun.
Je denkt na welke betekenis het grondelement in het verhaal heeft en schrijft dit op het aparte vak van je placemat. Schrijf de titel in het midden.
Na tien minuten wissel je jullie placemat uit met een ander groepje en vul je de antwoorden aan of verbeter je antwoorden waar nodig.
Verdeel de grondelementen: perspectief, motieven, thema en tijd
Slide 15 - Tekstslide
Dit zijn de grondelementen
Hoofdpersoon/bijpersonages --> Het adres
Perspectief en verteller --> Gastronomisch gehandicapt