H1_H3_3.4 Kritisch op nieuws

3.4 Kritisch op nieuws
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.4 Kritisch op nieuws

Slide 1 - Tekstslide

3.4 Kritisch op nieuws
Je leert:
- bepalen welke informatie nodig is om een vraag te beantwoorden;

- de inhoud van nieuwsberichten begrijpen;
- nieuwsberichten beoordelen;
- alinea’s herkennen en onderscheiden;
- onderwerp en deelonderwerpen van een tekst benoemen;
- titel, tussenkopjes en bronvermelding van een tekst beoordelen;
- een nieuwsbericht schrijven.





Slide 2 - Tekstslide

Heb jij deze week een nieuwsbericht gelezen? Ja > waar ging het over?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn de 5W + 1H vragen die je kunt stellen bij een nieuwsbericht?

Slide 4 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat nieuwswaarde betekent.

Slide 5 - Open vraag

Onderwerp, deelonderwerp

Een tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt het meestal in enkele woorden beschrijven. 
Een onderwerp bestaat vaak uit deelonderwerpen. Daarin wordt steeds een gedeelte van het onderwerp besproken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Alinea's
Een stukje tekst over een deelonderwerp noem je een alinea. Een alinea van een geschreven tekst begint altijd op een nieuwe regel. Een alinea van een gesproken tekst herken je aan de korte pauze die de spreker na de alinea neemt. Het middenstuk van een tekst bestaat uit verschillende alinea’s. Het deelonderwerp kan in een of meer alinea’s worden uitgewerkt.

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel alinea's heeft de tekst 'Elke dag bewegen moet verplicht worden op school' (blz. 72)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Titel, tussenkopjes, bronvermelding

Elke tekst moet een titel hebben. De titel vertelt vaak waar de tekst over gaat, maar kan je ook nieuwsgierig maken.
In langere teksten staan meestal tussenkopjes. Die geven aan waarover de volgende tekst gaat. Ze maken een tekst overzichtelijker.
Onderaan de tekst staat de bronvermelding. Deze geeft aan waar de tekst vandaan komt.

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel tussenkopjes heeft de tekst 'Elke dag bewegen moet verplicht worden op school' (blz. 72)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag
1) Opdracht 16 samen doen, blz. 70/71
2) Maken opdracht 17 + 18, blz. 71 t/m 73
Klaar?
3) Maken opdracht 19, blz. 74
 

Slide 12 - Tekstslide

Nepnieuws en verzonnen nieuws
In een nieuwsbron kun je nieuwsberichten tegenkomen die niet waar zijn: nepnieuws. Soms kom je ook nieuwsberichten tegen die gedeeltelijk verzonnen zijn. Een schrijver kan de waarheid aanvullen met informatie die verzonnen is.
Er zijn verschillende redenen voor het verspreiden van nepnieuws, er kan geld mee verdiend worden (via advertenties). Nepnieuws of verzonnen nieuws duikt regelmatig op. Het is dus belangrijk dat je echt nieuws kunt onderscheiden van nieuws dat niet waar is .
Bekijk de bron. Ken je de bron niet? Bekijk op internet ook andere berichten. van die bron.
Is de informatie ook in andere bronnen te vinden? Dan is het waarschijnlijker dat het bericht waar is.
Gaat het over een onderzoek? Controleer hoe en door wie het onderzoek is gedaan.
Wees kritisch. Vraag jezelf af of het mogelijk is wat je leest of hoort.
Controleer dingen die je vreemd of belachelijk vindt.







Slide 13 - Tekstslide

Nepnieuws en verzonnen nieuws
Zo bepaal je of een bericht waar is:
Bekijk de bron. Ken je de bron niet? Bekijk op internet ook andere berichten van die bron.
Is de informatie ook in andere bronnen te vinden? Dan is het waarschijnlijker dat het bericht waar is.
Gaat het over een onderzoek? Controleer hoe en door wie het onderzoek is gedaan.
Wees kritisch. Vraag jezelf af of het mogelijk is wat je leest of hoort.
Controleer dingen die je vreemd of belachelijk vindt.







Slide 14 - Tekstslide