In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
7.4 Grenzen en identiteit
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 7.4
Je kunt ten minste drie voordelen en drie nadelen geven van de open grenzen tussen Nederland en de buurlanden.
Je kunt een voorbeeld geven van grenspendel in Nederland.
Je kunt uitleggen waarom euregio’s zijn opgericht.
Je kunt beschrijven wat een euregio is en wat deze doet.
Je kunt een voorbeeld geven van een euregio waarbij Nederland betrokken is en wat deze doet.
Slide 2 - Tekstslide
Herhalen
Je gaat nu een aantal herhalingsvragen van 7.3 krijgen.
Ben je in staat om deze vragen zo goed mogelijk te beantwoorden?
Kracht zit in de herhaling!
Slide 3 - Tekstslide
Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Rotterdam
D
Europese identiteit
Slide 4 - Quizvraag
De jaarlijkse kermis is weer in jouw stad en iedereen komt er op af!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit
Slide 5 - Quizvraag
Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Leeuwarden
Slide 6 - Quizvraag
Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit
Slide 7 - Quizvraag
Aan het begin van het jaar viert iedereen in Brabant en Limburg gezamenlijk Carnaval
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit
Slide 8 - Quizvraag
BRON Jip en Janneke in dialect Bij de historische verenigingen ligt ‘Jipke en Jannöaken’ te koop. Restaurants zetten streekrecepten op het menu en tappen Grolsch bier, in cafés staat FC Twente op het beeldscherm. De gasten luisteren naar een hit van Normaal. Bij de put voor het streekeigen boerderijtype blazen boeren op de midwinterhoorn. Andere folklore bestaat uit vlöggeln, klootschieten en huizenhoge paasvuren
Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen regionalisme en lokalisme?
Slide 10 - Open vraag
Er zijn meer plaatsen in Nederland met een politieke partij die de naam ‘Plaatselijk belang’ of ‘Gemeentebelang’ draagt. Waarvan is dit soort partijen een voorbeeld? Kies uit:
A
Lokalisme
B
Nationalisme
C
Pluriformiteit
D
Regionalisme
Slide 11 - Quizvraag
Herhalingsfilmpje
Vond je het lastig en maakte je veel fouten?
Bekijk nogmaals de uitlegfilmpjes (volgende slides)
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
7.4
Slide 14 - Tekstslide
Welk voordeel van open grenzen wordt in het boek (7.4) onder het kopje 'voordelen' gegeven?
Slide 15 - Open vraag
Grenspendel
Het verkeer dat tussen buurlanden ontstaat, als de grenzen steeds meer open zijn. Dat gaat nu makkelijker zonder controles / harde grenzen.
Voorbeeld:
Nederlanders tanken in België, Duitsers
werken in Nederland, Nederlanders
winkelen in Duitsland etc.
Slide 16 - Tekstslide
Nog meer voordelen
Op de volgende dia is een link toegevoegd. Daar klik je zo op.
Opdracht: zoek onder het kopje 'Voordelen Europese Unie' naar voordelen van open grenzen / wegvallen interne grenzen. Schrijf de 4 voordelen op die onder dat kopje genoemd worden in je schrift, en daarna in de quizvraag na de dia met de link naar de website. Na het invullen van je antwoord zie je de antwoorden van de docent.
Slide 17 - Tekstslide
https:
Slide 18 - Link
Welke 4 voordelen van open grenzen / wegvallen interne grenzen worden op de site genoemd?
Slide 19 - Open vraag
Welke 3 nadelen van open grenzen worden in het boek (7.4) onder het kopje 'nadelen van open grenzen' gegeven?
Slide 20 - Open vraag
Ben jij op basis van de voor- en nadelen voorstander of tegenstander van open grenzen? Geef 2 argumenten voor je keuze.
Slide 21 - Open vraag
Euregio's
Om deze problemen aan te pakken, zijn er Euregio's opgericht.
Dit is een grensoverscheidend samenwerkingsverband binnen de EU.
Zij pakken milieuvervuiling en drugsoverlast aan of stimuleren uitwisselingsprogramma's.
Slide 22 - Tekstslide
Grensoverschreidende problemen
Euregio's zijn nodig omdat op die manier grensoverschreidende problemen opgelost worden.
Vervuilde rivieren houden zich niet aan grenzen --> afspraken maken!
Slide 23 - Tekstslide
Een euregio is
A
ergens waar je met de euro betaald.
B
een samenwerkingsverband tussen verschillende landen
C
een regio in Europa
Slide 24 - Quizvraag
Wat valt je op aan de ligging van de Euregio's? (figuur 9 par. 7.4)
A
Liggen verspreid over het land
B
Liggen allemaal in het grensgebied
C
Liggen vooral aan de kust
Slide 25 - Quizvraag
Gebruik figuur 9 nogmaals voor deze vraag. Kijk eens naar de ligging van Euregio Maas-Rijn. Welk probleem kunnen ze ervaren in de samenwerking?
Slide 26 - Open vraag
Wat is GEEN taak van een Euregio?
A
Aanpakken van drugsoverlast
B
Oplossen van verkeersproblemen
C
Oplossen van problemen met regels over belastingen
D
Problemen van watervervuiling aanpakken
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een nadeel van open grenzen?
A
Je kan de weg kwijtraken.
B
Ook criminelen gaan gemakkelijker de grens over.
C
Geen paspoortcontrole meer.
D
Je kan vrij met andere landen handelen.
Slide 28 - Quizvraag
Maar...
Open grenzen en corona... In het grensgebied kan dat voor verschillende situaties zorgen! Zie volgende dia :)
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Wat vond je van deze les (manier van lesgeven, opdrachtjes i.p.v. filmpje, quizvragen etc.)?
Slide 31 - Open vraag
Leerdoelen behaald?
Je kunt ten minste drie voordelen en drie nadelen geven van de open grenzen tussen Nederland en de buurlanden.
Je kunt een voorbeeld geven van grenspendel in Nederland.
Je kunt uitleggen waarom euregio’s zijn opgericht.
Je kunt beschrijven wat een euregio is en wat deze doet.
Je kunt een voorbeeld geven van een euregio waarbij Nederland betrokken is en wat deze doet.
Ben je in staat deze leerdoelen te beantwoorden? Kun je dit allemaal?
Slide 32 - Tekstslide
En nu..
Ga naar de de planner in de drive, week 14.
Kijk wat je moet doen voor 7.3 en 7.4 (lezen in leerboek en maken opdrachten via methodesite). Gebruik bij het maken altijd de groepscode, zie planner week 13 voor groepscode.
7.3 en 7.4 voor 29-3-2020, 23:59 uur af? Dus gelezen, presentaties bekeken + quizvragen beantwoord én de opdrachten uit het digitale werkboek gemaakt? Dan ben je voor deze week klaar! Zie magister voor datum vragenuurtje!