Les 10 Geld 4GT

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan de geldfuncties noemen en herkennen.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen directe en indirecte ruil.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld.
Ik kan de vier manieren van elektronisch betalen noemen en herkennen.
Ik kan het saldo op een bankrekening berekenen en aangeven of er sprake is van een debetsaldo of creditsaldo.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Directe ruil
Goed of dienst ruilen voor een ander goed of dienst.

Slide 4 - Tekstslide

Indirecte ruil
Goed of dienst ruilen met een ruilmiddel.

Slide 5 - Tekstslide

Geldfuncties
  • Rekenmiddel
  • Ruilmiddel
  • Spaarmiddel

Slide 6 - Tekstslide

Is contactloos betalen een vorm van directe ruil of van indirecte ruil? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Welke functie heeft het geld bij het opvragen van een offerte voor de aanleg van zonnepanelen?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel
D
Betaalmiddel

Slide 8 - Quizvraag

Welke functie heeft het geld bij de betaling van de contributie?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel
D
Betaalmiddel

Slide 9 - Quizvraag

Is betalen met een pinpas een vorm van directe ruil of van indirecte ruil?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 10 - Quizvraag

Geld

Slide 11 - Tekstslide

Elektronisch betalen
  • Pinnen
  • Creditcard
  • Contactloos
  • Online overmaken
  • Achteraf betalen
  • Wereldwijd
  • Aankoopverzekering

Slide 12 - Tekstslide

Saldo berekenen
Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten – betalingen
Creditsaldo is positief saldo.
Debetsaldo is negatief saldo.



Slide 13 - Tekstslide

Hanny wilde die kleren toch heel graag kopen. Ze pakte haar creditcard en betaalde daarmee.
Waarom kan zij haar creditcard nog wel blijven gebruiken als het saldo op haar betaalrekening niet toereikend is?

Slide 14 - Open vraag

Een tekort op een bankrekening noemen we een...
A
Creditsaldo
B
Debetsaldo

Slide 15 - Quizvraag

Banken
Bemiddelen tussen vraag naar geld en aanbod van geld.

Slide 16 - Tekstslide

Economische kringloop

Slide 17 - Tekstslide

Toepassen

Slide 18 - Tekstslide

Toepassen
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten.
Kijk na en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Kees is op zoek naar zijn nieuwe auto. Hij bezoekt veel garages en vergelijkt de prijzen.
Hoe wordt geld nu gebruikt?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel
D
Betaalmiddel

Slide 21 - Quizvraag

Een positief saldo op een bankrekening noemen we een...
A
Creditsaldo
B
Debetsaldo

Slide 22 - Quizvraag