Tekens van mensen (les 14)




Verkeerstekens van mensen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les




Verkeerstekens van mensen

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je

Veelvoorkomende tekens die mensen geven
in het verkeer.

De betekenis van deze tekens in het verkeer.

Slide 2 - Tekstslide

De afspraken in het verkeer

In het verkeer kennen we veel afspraken. Als die afspraken er
niet zouden zijn, dan zouden er ongelukken kunnen gebeuren.
Deze afspraken worden weergegeven met tekens. Als je die
tekens herkent, weet je wat je moet doen in het verkeer.
Zo kun je veilig over straat lopen of fietsen.

Slide 3 - Tekstslide

Tekens
We kennen 3 soorten tekens:


1. Tekens van mensen.
2. Tekens op het wegdek.
3. Tekens langs de weg.

Deze les gaat het over tekens van mensen.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer steek je je hand uit in het verkeer?
A
Als je afslaat.
B
Als je rechtdoor rijdt.
C
Als je moet stoppen
D
Als je met één hand fietst.

Slide 5 - Quizvraag

Als je links afslaat, steek je je linkerhand uit.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Als je door de bocht fietst moet je beide handen aan het stuur houden.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Als je rechtdoor wilt, steek je je hand vooruit.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Je kunt je bel gebruiken om anderen te waarschuwen. Wanneer mag je niet bellen?
A
Als je vrienden ziet en ze wil begroeten.
B
Je ander fietsers laat weten dat je eraan komt.
C
Je andere fietsers laat weten dat je gaat inhalen.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent dit gebaar?
A
Dat je voor mag gaan.
B
Dat je moet stoppen.

Slide 11 - Quizvraag

Deze auto heeft
het knipperlicht aan.
Dit betekent?
A
Dat hij je ziet.
B
Dat hij rechtdoor gaat.
C
De auto slaat rechtsaf.
D
De auto slaat links af.

Slide 12 - Quizvraag

Deze auto heeft
het knipperlicht aan.
Dit betekent?
A
Dat hij je ziet.
B
Dat hij rechtdoor gaat.
C
De auto slaat rechtsaf.
D
De auto slaat links af.

Slide 13 - Quizvraag

Welke lichten branden hier?
A
koplampen
B
achteruitrijlichten
C
knipperlichten
D
remlichten

Slide 14 - Quizvraag

Welke lichten branden hier?
A
koplampen
B
achteruitrijlichten
C
knipperlichten
D
remlichten

Slide 15 - Quizvraag