Verkeer

Verkeer 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Verkeer 

Slide 1 - Tekstslide

Rood stoplicht 
Oranje stoplicht 
Groen stoplicht 

Slide 2 - Sleepvraag

Als het stoplicht groen is, wat doe je dan?

Slide 3 - Open vraag

Als het stoplicht oranje is, wat doe je dan?

Slide 4 - Open vraag

Als het stoplicht rood is, wat doe je dan?

Slide 5 - Open vraag

Voertuigen
  • Er bestaan heel veel soorten voertuigen 
  • Een voertuig kan bijvoorbeeld:
           1. Varen
           2. Rijden
           3. Vliegen
            

Slide 6 - Tekstslide

Voertuigen

Slide 7 - Woordweb

Tekens
In het verkeer kennen we veel afspraken. 
  • Als die afspraken er niet zouden zijn, dan zouden er ongelukken kunnen gebeuren. 
  • Deze afspraken herkennen we aan de tekens.
  • Zo kun je veilig over straat lopen of fietsen.

Slide 8 - Tekstslide

Ook mensen kunnen laten zien als ze iets willen in het verkeer. Hoe denk jij dat ze dit op een goede manier doen?
A
Door met hun fietsbel te bellen.
B
Door andere te laten schrikken

Slide 9 - Quizvraag

Welk teken geeft Lis
op de fiets ?
A
Ze zwaait
B
Ze belt
C
Ze remt
D
Ze zingt

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer gebruik
je een fietsbel?
A
Als je lawaai wilt maken
B
Als je een grapje uit wil halen
C
Als je iemand wil inhalen

Slide 11 - Quizvraag

Wat doet Lis op het
plaatje?
A
Ze steekt haar hand uit
B
Ze zwaait naar een vriend

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer steek je je hand uit?

Slide 13 - Open vraag

Zebrapad
Stopstreep
Haaientanden

Slide 14 - Sleepvraag

Wat betekenen de strepen van het zebrapad?
A
Hier mogen auto's oversteken
B
Hier mogen voetgangers veilig oversteken

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent de stopstreep?
A
Je mag hier door rijden
B
Je moet hier stoppen

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekenen de haaientanden op de weg?
A
Hier moet je het andere verkeer voor laten gaan
B
Hier mag jij veilig oversteken

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video