Les 10: Tekstdoel en publiek

Vandaag- lesdoel
We leren wat een tekstdoel is en wat leespubliek betekent.


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag- lesdoel
We leren wat een tekstdoel is en wat leespubliek betekent.


Slide 1 - Tekstslide

Tekstdoel en publiek

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de plaatjes naar de juiste doelgroep/publiek
volwassenen
amateurkok
jongeren

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat wil de schrijver?
A
informeren
B
overtuigen
C
adviseren
D
instrueren

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat wil de schrijver?
A
amuseren
B
overtuigen
C
adviseren
D
instrueren

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat wil de schrijver?
A
amuseren
B
overtuigen
C
adviseren
D
activeren

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat wil de schrijver?
A
amuseren
B
overtuigen
C
adviseren
D
instrueren

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat wil de schrijver?
A
informeren
B
overtuigen
C
adviseren
D
instrueren

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met LEESPUBLIEK?
A
De mensen in de zaal bij een lezing
B
Een groep lezers voor wie de tekst is geschreven
C
Bezoekers van een bibliotheek
D
Mensen op een tribune bij een voorleeswedstrijd

Slide 15 - Quizvraag

Voor welk leespubliek is het
tijdschrift Libelle geschreven?
A
kinderen en jongeren
B
vrouwen
C
pubermeiden

Slide 16 - Quizvraag

Voor welk leespubliek is de tekst geschreven?

A
ouders
B
studenten
C
kinderen
D
jongens

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag
Lees blz 29-30-31: opdracht 1 en 2 maken.

20 minuten werken, dan bespreken!

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
We leren wat een tekstdoel is en wat leespubliek betekent.

Slide 19 - Tekstslide