8.1 Industrialisatie en modern imperialisme

8.1 Industrialisatie en modern imperialisme
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.1 Industrialisatie en modern imperialisme

Slide 1 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industralisatie

De opkomst van politiek maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, comfessionalisme en feminisme


Slide 2 - Tekstslide

De 3 Revoluties
- Agrarische revolutie
- Demografische revolutie
- Industriële revolutie


Slide 3 - Tekstslide

Waarom begon de industriële revolutie in Engeland?
  • Landbouwrevolutie
  • Engeland beschikte over de juiste grondstoffen. Steenkool --> stoommachine. Wol --> kleding.
  • Engeland had een belangrijke rol in de wereldhandel. --> voorzag andere landen van grondstoffen.




Slide 4 - Tekstslide

Enclosure
Enclosure is het omheinen en in particulier bezit nemen van gemeenschappelijke woeste gronden en andere vormen van open fields en common fields door grondbezitters (de gentry), zoals dat in Engeland vanaf de 15e eeuw gebeurde. Je kon dus niet meer zomaar ergens planten, de grond werd van de groot grondbezitters.
keerploeg
Een van de landbouwvernieuwingen was de keerploeg, hierdoor kon een boer beter het land bewerken. De ploeg maakte niet alleen de grond open, maar keerde het ook gelijk om, zodat de mest beter mengde met de grond en het onkruid gelijk verstikt werd.
Landbouw rond 1750
Verbeteringen in de landbouw zijn een oorzaak van de Industriële Revolutie, die in de 18e eeuw op gang komt (eerst) in Engeland.
- De keerploeg
- De Enclosure
- Wisselgewassen
Vruchtwisselsysteem
Verbetering in de landbouw waarbij ieder jaar een ander gewas op een bepaald stuk grond wordt verbouwd. Dit is beter voor de grond, die zo minder uitgeput raakt als met het drieslagstelsel.
gevolg
Het gevolg van deze landbouwverbeteringen was, dat er meer grond bewerkt werd en dus meer voedsel beschikbaar kwam. De bevolking kon groeien en niet iedereen hoefde meer in de landbouw te werken...is dit een voor- of een nadeel? En voor wie?

Slide 5 - Tekstslide

huisnijverheid
* Vanuit de middeleeuwen bestond het gildesysteem nog.
* Gilden groeiden uit tot gesloten groepen met het monopolie op een ambacht (kwaliteit maar duur en beperkt aanbod).
                huisnijverheid

Slide 6 - Tekstslide

Schietspoel 1733







  • Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
  • De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
  • De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.



Slide 7 - Tekstslide

Schietspoel
 Dit voorwerp was nodig om de Industriële Revolutie op gang te helpen. Dit is een schietspoel en hierdoor kon je veel sneller een lap stof weven. De spoel schiet door het weefgetouw en dus hoef je niet meer met de hand de draad te weven. Je drijft het weefgetouw aan met je voet. (klik op de afbeelding voor een vergroting)
Weefgetouw
Omdat veel boeren door de schaalvergroting zonder werk of met minder werk kwamen te zitten, verdienden zij extra geld met het maken van stof of het spinnen van wol. Dit noem je huisnijverheid.
Het weefgetouw dat hier tegen de muur staat is daar een voorbeeld van.
Landbouwers
Deze man is boer, maar heeft minder werk als gevolg van de Enclosure.
Hij werkt nu voor een grootgrondbezitter omdat zijn land is opgenomen in een groter geheel. Deze grote stukken grond zijn makkelijker te bewerken door de nieuwe landbouwontwikkelingen en daarom is er minder mankracht nodig.
De koopman
De koopman / handelaar kwam wekelijks langs bij de boeren om hen te voorzien van nieuwe grondstoffen en om de geproduceerde lappen stof op te halen. De boeren verdienden op deze manier een centje bij.

Slide 8 - Tekstslide

De schietspoel heeft grote gevolgen:
- Er is een grotere vraag naar gesponnen wol
- Allerlei uitvinders gaan aan de slag
- Resultaat: Spinning Jenny
- Weefgetouwen en Spinning Jenny's worden steeds groter
- Passen niet langer in een gewoon woonhuis
- Er worden grotere gebouwen neergezet om de weef- en spinmachines neer te zetten: De eerste fabrieken!

Slide 9 - Tekstslide


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 10 - Tekstslide

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei).

Slide 11 - Tekstslide

Waterframe
-  (Richard Arkwright 1769)
-Gevolg: fabrieken aan water
Niet handig! 
Waarom?

Slide 12 - Tekstslide



Waterframe
1769




  • Het Waterframe van Richard Arkwright was een spinmachine aangedreven door een waterrad. Het Arkwright-waterframe kon 96 katoenen draden tegelijk spinnen, wat een gemakkelijkere en snellere methode was dan ooit tevoren.




Slide 13 - Tekstslide


Cotton Gin
1793



  • Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
  • Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). Gevolg?
  • Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...




Slide 14 - Tekstslide

stoom
De fabrieken bij het water hadden teveel nadelen. Daarom de stoommachine.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het grote nadeel van een waterframe?

Slide 16 - Open vraag


Stoommachine
rond 1764 






  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
  • Hoger rendement...




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 17 - Tekstslide

Noem één voordeel en één nadeel van een stoommachine

Slide 18 - Open vraag

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een industriële samenleving?

Slide 20 - Open vraag

Modern Imperialisme

Slide 21 - Tekstslide

noodzaak tot grondstoffen en afzetmarkten
  • Afrika en Azie hadden grondstoffen voor de Europese fabrieken.
  • Grote hoeveelheden voor een lage prijs.
  • Goedkopere producten
  • Grotere afzetmarkten

Slide 22 - Tekstslide

Kolonialisme?
  • Vanaf 15de eeuw: kolonialisme --> veroveringen met een economisch doel
  • Kenmerkend: handelsposten op de kusten
  • Vanaf 19de eeuw: modern imperialisme
  • Combinatie van economische en politieke doelen (en culturele..)
  • Politiek: bewijzen macht eigen land (nationalisme)
  • Economisch: grondstoffen en afzetmarkten voor industrie
  • Cultureel: sociaal-darwinisme

Slide 23 - Tekstslide

Nederlands imperialisme
Nederlands imperialisme

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Fashoda incident

Franse en Britse troepen lopen elkaar tegen het lijf in 'the scramble for Africa'. 

Wie krijgt welk gebied? Race om koloniën leidt bijna tot een gewapend treffen.

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Lees het artikel via de link op de volgende slide.

Zie je vooral verandering of continuïteit t.o.v. het imperialisme van de 19e eeuw

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

examenvraag  4 pt
Voor het modern imperialisme waren verschillende motieven.

Gebruik bron 1.
- Toon aan dat met de bron twee motieven voor het modern imperialisme kunnen worden geïllustreerd.
- Beschrijf zonder de bron nog twee motieven voor het modern imperialisme.


Slide 29 - Tekstslide

examenvraag  4 pt
Voor het modern imperialisme waren verschillende motieven.

Gebruik bron 1.
- Toon aan dat met de bron twee motieven voor het modern imperialisme kunnen worden geïllustreerd.
- Beschrijf zonder de bron nog twee motieven voor het modern imperialisme.


Slide 30 - Tekstslide

mogelijk antwoord
Twee motieven die in de bron aan de orde komen:

Koloniën inzetten als afzetmarkt voor industriële eindproducten: ‘de katoenspinners van Manchester staan klaar om ze te kleden’. (1p)
Het christendom verspreiden onder de inheemse bevolking van de koloniën: ‘de dienaren van Christus branden van ijver om hen, arm dwalende heidenen, te voegen bij de kudde der gelovigen’. (1p)
Twee motieven buiten de bron:
Nationalisme: hoe meer koloniën, hoe groter het internationale aanzien van de koloniale machthebber. (1p)
Blank superioriteitsgevoel: de westerse cultuur in normen en waarden overdragen aan de bevolking van de koloniën via onderwijs en wetgeving. (1p)




Slide 31 - Tekstslide