Grebbeline

Grebbelinie
In dit project leer je wat de Grebbelinie is en welke sporen je in je hier vlakbij kan herkennen. Je onderzoekt wat de Grebbelinie in de Tweede Wereldoorlog betekende voor de mensen die er vlakbij woonden. Samen bespreken we het belang van dit erfgoed in deze omgeving.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grebbelinie
In dit project leer je wat de Grebbelinie is en welke sporen je in je hier vlakbij kan herkennen. Je onderzoekt wat de Grebbelinie in de Tweede Wereldoorlog betekende voor de mensen die er vlakbij woonden. Samen bespreken we het belang van dit erfgoed in deze omgeving.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Verdedigen met water

Wat hebben de volgende afbeeldingen met elkaar gemeen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hadden de vorige afbeeldingen met elkaar gemeen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel het is oorlog en de vijand komt eraan. Hoe kun je je nog meer verdedigen?
Denk aan de tijd van: ridders, romeinen, nu...

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat je de vijand ook met water kan tegenhouden?
Hoe zou je dit kunnen

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Al in de 16e eeuw bedacht een slimmerik een nieuwe manier om een vijand tegen te houden: met water. De Nederlanders waren tot dan toe vooral bezig geweest om water af te voeren en gebieden droog te leggen. Dat deden ze bijvoorbeeld met windmolens. Iemand bedacht toen: als je gebieden kunt droogleggen, moet het ook mogelijk zijn om gebieden gecontroleerd onder water te zetten. Zo ontstonden waterlinies.
Het onder water zetten van een stuk land te verdediging voor de vijand.
Obstakels die niet te zien waren door inundatie.
Hoe lang duurt het voordat alles onder water staat?
Wat betekent "inunderen"?
De vijand wordt tegen gehouden door inundatie.
Weken tot maanden.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naast de stelling van Amsterdam zijn er nog 45 stellingen en waterlinies in Nederland.
Hier zie je de stelling van Amsterdam.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Grebbelinie
De Grebbelinie is een waterlinie tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe, die werd aangelegd in de 18e eeuw. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog (tussen 1939 en 1940) was de Grebbelinie de hoofdverdediging van het Nederlands Defensieplan onder de naam ‘Valleistelling’.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kilometer is de Grebbelinie?
A
10
B
12
C
24
D
48

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Grebbelinie loopt van Rhenen tot Spakenburg. Langs welke plaatsen nog meer?

Slide 16 - Woordweb

Veenendaal, Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg, Leusden, Amersfoort, Baarn, Eembrugge, Eemdijk, Bunschoten, Nijkerk.
Van welke kant dacht men dat de vijand zou komen?
A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 17 - Quizvraag

Uit het oosten: het onder water gezette gebied ligt aan de oostkant van de linie(dijk).
De slag om de Grebbelinie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog begon voor Nederland officieel op 10 mei 1940. Maar wanneer startten de eerste voorbereidingen?
A
Januari 1940
B
Augustus 1939
C
Mei 1938
D
December 1936

Slide 20 - Quizvraag

In de zomer van 1939 valt Nazi-Duitsland Polen binnen. Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog. Nederland wil buiten de oorlog blijven en besluit verdedigingslinies te bemannen en mobiliseert eind augustus het leger. 
Waar of niet waar? In Nederland was in 1939 al meer dan 100 jaar geen oorlog geweest.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Klopt. In de Eerste Wereldoorlog had Nederland bijvoorbeeld een neutrale positie.  
Wat gebeurt er tijdens een mobilisatie?
A
Het volk wordt opgeroepen te evacueren
B
Het leger verplaatst zich naar de plek van aanval
C
Alle beroepsmilitairen en dienstplichtigen worden opgeroepen
D
De vijand maakt zich gevechtsklaar

Slide 22 - Quizvraag

Letterlijk betekent mobilisatie: het in staat van paraatheid brengen van de krijgsmacht van een land. 
Hoe hoog moet het water in een waterlinie staan om de vijand tegen te kunnen houden?
A
10 tot 30 centimeter
B
30 tot 60 centimeter
C
1 tot 2 meter
D
2 tot 5 meter

Slide 23 - Quizvraag

Dat is te diep voor de vijand om met kar of wagen doorheen te gaan, maar te ondiep om met een bootje over te steken.  
Wat hoort NIET bij een waterlinie?
A
Torens en kastelen
B
Sluizen en waterwerken
C
Forten, bunkers en kazematten
D
Dijken

Slide 24 - Quizvraag

Torens en kastelen zijn wel verdedigingswerken, maar niet specifiek van de waterlinies. 
Veel soldaten werden ingekwartierd. Wat betekent dit?
A
Dat ze tijdelijk bij mensen in huis kwamen wonen
B
Dat ze in vier groepen over de linie werden verspreid
C
Dat ze langs de linie over de bunkers werden verdeeld
D
Dat ze in speciale barakken werden ondergebracht

Slide 25 - Quizvraag

Soldaten kwamen tijdelijk bij mensen in huis (bij gebrek aan overige verblijfsplekken). De mensen ontvingen hier een bescheiden vergoeding voor.  
Toen mensen hun dorp moesten verlaten, werden sommige boerderijen vernietigd. Waarom?
A
Om te zorgen dat de inwoners niet meer terug zouden komen
B
Om de Duitsers af te leiden
C
Omdat de boerderijen in het schootsveld stonden

Slide 26 - Quizvraag

Langs de Grebbelinie bij Woudenberg stond helaas een groot aantal boerderijen in het schootsveld van de Grebbelinie. Met andere woorden: zij stonden in de weg en moesten wijken om een vrij schootsveld te krijgen. 
Waar of niet waar? De Slag om Woudenberg werd gewonnen door de Duisters.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

De Nederlanders wonnen deze slag tegen de Duisters. 
Waarom moest Marinus zich vanaf de Grebbelinie terugtrekken naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie?
A
Omdat de Duitsers van tactiek veranderden
B
Omdat de munitie op was
C
Omdat Woudenberg werd gebombardeerd
D
Omdat het water in de Grebbelinie te laag stond

Slide 28 - Quizvraag

Door alle gevechten die al gedaan waren, was de munitie echt op. En de Duisters trekken met steeds grotere overmacht op, dus het bevel was om terug te trekken. 
Waarom zijn de waterlinies belangrijk geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Omdat Nederland hierdoor bekend kwam te staan als waterland
B
Omdat Nederland hierdoor de oorlog heeft gewonnen
C
Omdat ze de opmars van de Duitsers hebben vertraagd

Slide 29 - Quizvraag

Als de waterlinies er niet waren geweest, dan had Duitsland een veel snellere opmars kunnen maken door Europa. Door de verloren slag om Woudenberg hadden ze veel vertraging opgelopen. 
Wat vind jij?
Aan het einde van de film zegt Marinus van der Geijs, vele jaren na de oorlog: “Ik heb helemaal geen hekel aan de Duitsers”.
Ik zou wel een hekel hebben aan de Duitsers
Niet alle Duitsers waren slecht
Het is al zo lang geleden, dat gevoel is vast gesleten
Ik ben het met Marius eens!

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

 Uit het boek van Annet Werkhoven
 ‘De Grebbelinie van onder tot boven’ 
het verhaal van Neeltje van Leeuwen-ter Maaten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat jij zou moeten evacueren binnen 36 uur...
Wat neem je mee en waarom?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Bezoek

Slide 33 - Tekstslide

De klas wordt voor het museum ontvangen door twee gidsen van het Educatief Centrum Grebbelinie. De gidsen vertellen kort iets over het Educatief Centrum, de plek waar jullie nu zijn en wat daar allemaal gebeurd is en leggen uit wat er gaat gebeuren.
Groepen maken

Slide 34 - Tekstslide

De klas wordt opgesplitst in twee groepen:
De binnengroep gaat met één van de gidsen het Educatief Centrum in. Daar bekijken ze eerst een film en voeren een gesprek met de gidsen. Vervolgens krijgen ze per tweetal opdrachtkaartjes met vragen mee voor in het museum. De antwoorden die ze vinden presenteren ze ten slotte aan de groep zodat de leerlingen van elkaar leren.
De buitengroep gaat met de andere gids naar verschillende locaties: kazemat, aspergeversperring/kijkhut en de loopgraaf.
Na 40 minuten wisselen de binnen- en de buitengroep.