Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands 4.5-4.6
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
1 / 26
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt
Slide 2 - Quizvraag
Doelen van deze les:
Je weet welke drie werkwoordsvormen er zijn.
Je kunt deze werkwoordsvormen herkennen in een zin.
Je weet op welke drie manieren je de persoonsvorm kunt vinden.
Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden met behulp van de tijdproef, getalsproef en/of vraagzin maken.
Aan het einde van de les kun je zelfstandignaamwoorden en lidwoorden herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordsvormen
Persoonsvorm
Voltooid Deelwoord
Infinitief (
het hele werkwoord )
In het woordenboek vind je alleen de hele werkwoorden.
De hele werkwoorden staan in de tegenwoordige tijd in het meervoud.
Ze eindigen meestal op en en soms op n.
Slide 4 - Tekstslide
De persoonsvorm
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Het infinitief/het hele werkwoord
Als er een heel werkwoord in de zin voorkomt, is een ander werkwoord de persoonsvorm.
Voorbeeld:
Karin en Maxiem willen naar hun favoriete muziek luisteren.
Wat is de pv?
Wat is het hele werkwoord?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Hoeveel werkwoordsvormen zijn er?
A
3
B
5
C
4
D
2
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
De houthakkers in de geblokte shirts willen veel bomen omhakken.
A
willen
B
bomen
C
houthakkers
D
omhakken
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel infinitieven staan in de volgende zin:
Wat zullen jullie in het weekeinde gaan doen?
A
2
B
1
C
3
D
geen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Ik heb veel taarten gebakken en opgegeten.
A
gebakken
B
gebakken, opgegeten
C
opgegeten
D
heb
Slide 13 - Quizvraag
Hijgend liep hij met zijn hondje naar de hondenuitlaatplaats en liet het hondje plassen.
Hoeveel verschillende werkwoordsvormen heeft deze zin?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 14 - Quizvraag
In deze zin staat een voltooid deelwoord. - De jongen wilde het gekregen cadeau niet teruggeven.
A
Juist
B
Niet juist
Slide 15 - Quizvraag
In deze zin staat een voltooid deelwoord. - Op school heb ik een goed cijfer op de toets gekregen.
A
Juist
B
Niet juist
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm van de deze zin? - In zijn broek heeft Tsjerk een scheur.
A
zijn
B
Tsjerk
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van de deze zin? - De gebraden kip is erg lekker geworden.
A
gebraden
B
gebraden & geworden
C
geworden
D
Er is geen voltooid deelwoord.
Slide 18 - Quizvraag
Door de zin van tijd te veranderen vind je de persoonsvorm.
A
Juist
B
Niet juist
Slide 19 - Quizvraag
In een zin met meerdere werkwoorden zit altijd een persoonsvorm.
A
Juist
B
Niet juist
Slide 20 - Quizvraag
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Er kan bijna altijd een lidwoord voor. --> De studenten, het feest, een gesprek.
Je kunt ze vaak in meervoud zetten. --> Een gesprek, twee gesprekken.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken. --> De tafel, het tafeltje.
Let op! Ook namen!
Slide 21 - Tekstslide
Lidwoorden (LW)
3 lidwoorden
De, het een
De = bepaald mannelijk of vrouwelijk
Het = bepaald onzijdig
Een = onbepaald
Slide 22 - Tekstslide
De
Woorden voor personen, bergen of rivieren
Woorden in meervoud
Woorden voor vruchten of bomen
Letters en cijfers
Slide 23 - Tekstslide
Het
Verkleinwoorden
Woorden die eindigen o -isme, -ment, -sel en -um
Woorden met twee of meer lettergrepen die beginnnen met be-, ge-, ver- en ont-
Namen van talen, metalen en windrichtingen
Slide 24 - Tekstslide
Ga in de
digitale leer-
omgeving naar BLOK 4
Slide 25 - Tekstslide
Maak de opdrachten die
horen bij 4.5 en 4.6
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Persoonsvorm ww
Maart 2017
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2
Spelling de infinitief en het voltooid deelwoord
Juni 2019
- Les met
24 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Samenvatting grammatica: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, werkwoordsvormen, onderwerp, persoonsvorm, zinsdelen
September 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Ma 23 september Vormen van het werkwoord herkennen
Juni 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Ma 14 oktober Werkwoordsvormen
Oktober 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Herhaling werkwoordsvormen MH1
September 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Les 05 - Werkwoorden
November 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
grammatica schema onderdelen mavo
Februari 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1