Urine

Urine
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Urine

Slide 1 - Tekstslide

Waar let je op bij het observeren van urine?

Slide 2 - Woordweb

Observatiepunten bij urine
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Helderheid
  • Geur
  • De manier waarop de cliënt urineert

Slide 3 - Tekstslide

Frequentie
Hoevaak plast een cliënt?
  • Observeer wat voor een cliënt normaal is.
  • Observeer vocht inname.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveelheid
Per dag produceert een volwassene ongeveern 1,5 liter urine.

Afhankelijk van:
  • vochtinname
  • traspiratie of braken.

Slide 5 - Tekstslide

Kleur

Slide 6 - Tekstslide

Kleur

  • Licht geel: veel water in de urine.
  • Donker geel: weinig water in de urine.
  • Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
  • Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.

Slide 7 - Tekstslide

Helderheid
Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.

Bij een infectie is de urine troebels en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.

Slide 8 - Tekstslide

Geur

  • Normaal ruikt de urine naar ammoniak.
  • Diabetes: zoete geur of naar aceton.
  • Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.

Slide 9 - Tekstslide

De manier waarop de cliënt urineert

Door pijn kan een cliënt zijn urine ophouden of durft hij niet te gaan plassen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Delier
Bij ouderen kan een delier onstaan door een ontsteking aan de urinewegen of longontsteking. Deze mensen vertonen verward gedrag. Signaleren en melden is dus heel belangrijk!

Slide 19 - Tekstslide

urinetest

Slide 20 - Tekstslide

Eiwit
Dit betreft meestal het lichaamseiwit albumine. 
verlaagd: leverziekte, nierziekte

darmziekte (opname probleem, of verlies met ontlasting), ondervoeding, ernstige ontstekingen en shock.

Slide 21 - Tekstslide

Erytrocyten
Erytrocyten zijn de rode bloedlichaampjes in het menselijk lichaam. Doordat deze cellen een hoge concentratie aan rode bloedkleurstof (hemoglobine) bevatten worden het de rode bloedcellen genoemd.

De belangrijkste oorzaken voor erytrocyturie zijn gelegen in de nieren en urinewegen. Oorzaken van erytrocytenverlies uit de hogere urinewegen zijn bijvoorbeeld niersteenlijden, niercelcarcinoom of urotheelcelcarcinoom, bij de lagere urinewegen kan het gaan om urolithiasis, cystitis, uretritis of prostatitis

Slide 22 - Tekstslide

Glucose

De aanwezigheid van het lichaamssuiker glucose kan duiden op:
Diabetes mellitus
Incidenteel bijvoorbeeld door fysieke inspanning of koorts.
zwangerschap suikerziekte
Urineweginfectie

Slide 23 - Tekstslide

Ketonen
Ketonen worden door het lichaam beschouwd als giftige afvalstoffen. Eerst probeert het lichaam deze gifstoffen te verwijderen via de urine en de adem. Ketonen zijn aanwezig in de urine bij
Sterk ontregelde diabetes type 2.
Sterk vasten.
Zware lichamelijke inspanning.
Te snel wekende schildklier.
Koorts.
Hyperemesis gravidarum. (zwangerschapsbraken)

Slide 24 - Tekstslide

Nitriet
DNitriet is een stof die ontstaat bij het omzetten van nitraat. In de urine hoort normaal gesproken weinig nitriet voor te komen. Als het wel in de urine wordt gevonden kan dit een signaal zijn dat er bacteriën in de urine zitten die deze omzetting mogelijk maken. Nitriet in de urine kan dus een signaal zijn dat er sprake is van een blaasontsteking.

Slide 25 - Tekstslide

pH waarde
Normale urine is rond pH 6. Het varieert van pH 5 tot 8 afhankelijk van het soort dieet. Een urine die niet vers is heeft een hogere pH en kan duiden op een blaasontsteking.

Slide 26 - Tekstslide

Urobilinogeen
Urobilinogeen is een stofje dat gemaakt wordt uit bilirubine. Bilirubine komt vrij als oude rode bloedcellen (erytrocyten) worden afgebroken.
Een verhoogd gehalte Urobilinogeen kan wijzen op geelzucht

Slide 27 - Tekstslide

Leukocytenesterase
De leukotest verkleurt op basis van leukocytenesterase afkomstig uit leukocyten. Een positieve leukotest toont leukocyten aan, maar is niet noodzakelijk bewijzend voor een urineweginfectie. Zo kan er bijvoorbeeld vaginale besmetting zijn die de test verstoort.

Slide 28 - Tekstslide

Een delier herken je aan:
A
Bloed bij de urine
B
HOGE koorts
C
verwardheid
D
heftige pijnen

Slide 29 - Quizvraag

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 30 - Quizvraag

Normaal plas je 1 liter per dag?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Urine bestaat voor 95% uit water.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Wat is in de meeste gevallen de oorzaak van een urineweg infectie?
A
Niet goed eten
B
Niet goed bewegen
C
Bacteriën van de darm
D
In de wind staan

Slide 33 - Quizvraag

https://www.daxtrio.nl/blog/hoe-lees-je-combur-urinetest-af.html

Slide 34 - Tekstslide