2.2 uitscheiding

• basiszorg
• MBO
• Studiejaar 1

uitscheiding

planning:

• kennis voorpeilen
• doelen benoemen
• theorie bij urinewegstelsel

waar denk jij aan bij de term:
uitscheiding

welke orgaanstelsels scheiden allemaal uit?

lesdoelen

• Belang weten van het observeren van uitscheidingsproducten
• Studenten kunnen de normale samenstelling van urine begrijpen 
• studenten weten wat normale uitscheidingsproducten zijn en afwijkingen in de uitscheiding rapporteren .

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...

1. Nieren - Blaas - Urineleider
2. Nieren - Urineleider - Blaas
3. Urineleider - Nieren - Blaas
4. Urineleider - Blaas - Nieren

Bij hoeveel vocht geeft de blaas een seintje dat hij geleegd moet worden?

1. 100ml
2. 200ml
3. 300ml
4. 500ml

Urine bestaat voor 95% uit water.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is in de meeste gevallen de oorzaak van een urineweg infectie?

1. Niet goed eten
2. Niet goed bewegen
3. Bacteriën van de darm
4. In de wind staan

Waarom is het belangrijk om de urine in de gaten te houden?

Observatiepunten bij urine

• Frequentie
• Hoeveelheid
• Kleur
• Helderheid
• Geur
• De manier waarop de cliënt urineert

Frequentie

Hoevaak plast een cliënt?

• Observeer wat voor een cliënt normaal is.
• Observeer vocht inname.

Hoeveelheid

Per dag produceert een volwassene ongeveer 1,5 liter urine.

Afhankelijk van:

• vochtinname
• transpiratie of braken.

Kleur

Kleur

• Licht geel: veel water in de urine.
• Donker geel: weinig water in de urine.
• Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
• Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.

Helderheid

Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.

Bij een infectie is de urine troebels en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.

Geur

• Normaal ruikt de urine naar ammoniak.

• Diabetes: zoete geur of naar aceton.
• Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.

De manier waarop de cliënt urineert

Door pijn kan een cliënt zijn urine ophouden of durft hij niet te gaan plassen.