2024-09-12 G3 Grieks

Leerdoelen

  • Ik kan ww-vormen maken, herkennen, benoemen en vertalen.
  • Ik kan T 14, r. 12-19 vertalen
Weektaak
  • herhalen: W t/m les 4 + 12, 13
  • leren: W 6, 7 en 14 (100%)
  • leren: alle stmpkrtjs them. aor.
  • leren: werkwoord (incl. εἰμί) (HB 143)
  • maken (deels in de les): HB 146-147 ergon 1 t/m 4 (minimaal alle even opgaven)
  • maken : T 14, r. 12-19

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

  • Ik kan ww-vormen maken, herkennen, benoemen en vertalen.
  • Ik kan T 14, r. 12-19 vertalen
Weektaak
  • herhalen: W t/m les 4 + 12, 13
  • leren: W 6, 7 en 14 (100%)
  • leren: alle stmpkrtjs them. aor.
  • leren: werkwoord (incl. εἰμί) (HB 143)
  • maken (deels in de les): HB 146-147 ergon 1 t/m 4 (minimaal alle even opgaven)
  • maken : T 14, r. 12-19

Slide 1 - Tekstslide

Begintaak
  • Pak T 13, r. 1-16
  • Ga alle ww-vormen uit deze passage bij langs en benoem:
     - ww van herkomst
     - stam (wat is de stam en is die van praes. of aor.?)
     - wel of geen augment
     - tijd
     - vertaling
Drillster: Marin, Yumna, Elifzümra, William

Slide 2 - Tekstslide

T 14, r. 12-19
  • Pak je TB op blz. 55 + je schrift bij de vertaling van T 14
  • We bespreken T 14, r. 12-19.
  • Maak aantekeningen in je schrift.

Slide 3 - Tekstslide

Οefenen met de aoristus: Komt van? Betekent? Aor.stam?

ἔθανον     ηὗρον     ἔβαλον     εἷλον     ἔτυχον (2)

εἶδον     ἔφυγον     ἔλιπον     ἔπιον     ἔδραμον

ἔμαθον     ἔπσεον     ἔπαθον     ἔτραπον     εἶπον

ἤγαγον     ἔτεκον     ἤνεγκον     ἔσχον     ἔλαβον

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen met ww-vormen
  • Pak je HB op blz. 146 + je schrift
  • Maak van ergon 1, 2, 3 en 4 de even nrs.
  • We kijken ze over 15 minuten na.

Slide 5 - Tekstslide

Woorden les 14
θαυμάζω (2)  πίνω      φέρω     μετά (+?)(2)    δυο      ἄγω

αἱρέω        πάρειμι       φυλάττω (2)     ποτε      ἤγαγον (<? st?)
 
ἤνεγκον (<? st?)     μεθ΄ (+?)(2)      ἔπιον (<? st?)   ἐξαίφνης 

εἷλον (<? st?)     οἱ μέν ... οἱ δέ ...       βαίνω     

ὁ θάνατος    το ὕδωρ (gen.?)     ἆρα     πιστεύω (+?)    




 
   

 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide