2024-09-03 G3 Grieks

Leerdoelen

  • Ik kan vormen van woorden uit de 1e decl. herkennen en benoemen
  • Ik kan uitleggen hoe de 2 en 3e declinatie 'werken'.
  • Ik kan uitleggen wat de functies van alle naamvallen zijn.
  • Ik kan T 11, r. 1-6 vertalen

Weektaak

  • herhalen: W t/m les 4
  • leren: W les 12, 13 (incl. stampkaartjes aor.)(100%)
  • leren: znw (1e, 2e, 3e declinatie) (zie roze stencil)
  • leren: persoonlijk voornaamwoord (HB 122)
  • leren: functies alle naamvalen (HB 122)


    1 / 13
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

    In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

    time-iconLesduur is: 45 min

    Onderdelen in deze les

    Leerdoelen

    • Ik kan vormen van woorden uit de 1e decl. herkennen en benoemen
    • Ik kan uitleggen hoe de 2 en 3e declinatie 'werken'.
    • Ik kan uitleggen wat de functies van alle naamvallen zijn.
    • Ik kan T 11, r. 1-6 vertalen

    Weektaak

    • herhalen: W t/m les 4
    • leren: W les 12, 13 (incl. stampkaartjes aor.)(100%)
    • leren: znw (1e, 2e, 3e declinatie) (zie roze stencil)
    • leren: persoonlijk voornaamwoord (HB 122)
    • leren: functies alle naamvalen (HB 122)


      Slide 1 - Tekstslide

      Begintaak
      • Lees twee aan twee tekst 12 (TB 51).
      • Om de beurt een regel.
      • Verbeter elkaars fouten.
      Spreek uit:
      • ἤλπιζον
      • Ἕλλησιν
      • φονεύς
      • λαψάνη
      • ἀγκύλη
      • ξυλαλόη
      • ΛΑΡΔΟΣ
      • κελεύουσιν
      • ὑπισχνέομαι
      Drillster:
      Jaleesa, Evi, William

      Slide 2 - Tekstslide

      Noteer naamval, geslacht en getal (alle mogelijkheden)

      μάχῃ     νεανίαι     θεᾶς     ναύταις     θάλατταν

           ναύτων     θαλάττης     θεᾷ     μάχας     νεανίου

      θεά     ναύτης     θαλάττῃ     νεανίας     μάχην

      Slide 3 - Tekstslide

      NB: je krijgt dit overzicht ook op schrift: plak het in je schrift!
      τοῖς

      Slide 4 - Tekstslide

      Noteer, twee aan twee, alles wat je weet over de 2e en 3e declinatie. Denk aan:
      • welke woorden zitten er in?
      • hoe vind je de stam?
      • geslacht?
      • hoe gaat de verbuiging?
      • wat gebeurt er (3e decl.) in de dat. mv.?

      Slide 5 - Tekstslide

      NB: dit overzicht staat ook op het roze stencil

      Slide 6 - Tekstslide

      Woorden les 14 (deel 1)
      πάρειμι       φυλάττω (2)     βαίνω       θαυμάζω

      οἱ μέν ... οἱ δέ ...    
       
      ἤνεγκον (<? aor. stam?)     
      εἷλον (<? aor. stam?)     
      ἔπιον (<? aor. stam?)   
      ἤγαγον (<? aor. stam?)



      Slide 7 - Tekstslide

      Noteer van alle naamvallen alle functies die je nog weet:

      nominativus (2x)
      genitivus (3x)
      dativus (4x)
      accusativus (2x)

      Slide 8 - Tekstslide

      Slide 9 - Tekstslide

      Woorden les 14 (deel 1 en 2)
      πάρειμι       βαίνω       θαυμάζω     φυλάττω (2)    
      οἱ μέν ... οἱ δέ ...    
      εἷλον (id)     ἔπιον (id)      ἤνεγκον (<? aor. stam?)  ἤγαγον (id)

      ὁ θάνατος     το ὕδωρ (gen.?)
      μετά (+?)(2)    δυο      ἆρα     ἐξαίφνης     ποτε
      αἱρέω     φέρω     πιστεύω (+?)     πίνω    ἄγω

      Slide 10 - Tekstslide


      Pak je TB op blz 55 en je schrift.
      • We nemen de woorden van les 14 (deels) door.
      • We vertalen T 14 (r. 1-6) klassikaal (stappenplan).
      • Jullie vertalen T 14 (r. 6-11) zelf.
      • Noteer de vertaling in je schrift.
      • Maak aantekeningen bij de bespreking.

      Slide 11 - Tekstslide


      Τάχα οἱ Τρῶες ἔμαθον, ὅτι οὐκέτι παρῆσαν
      οἱ Ἕλληνες. Ἔχαιρον δὲ καὶ πάντοσε ἔβαινον·
      οἱ μὲν ἔβαινον εἰς τὴν χώραν, οὗ ἀεὶ ἦσαν αἱ
      τῶν Ἑλλήνων σκηναί, οἱ δὲ εἰς τὴν ᾐόνα, οὗ
      5 ἦν τὰ πλοῖα. Ἐνταῦθα δ᾽ εἶδον ἵππον ξύλινον
      μέγιστον.

      Slide 12 - Tekstslide

      Check

      Benoem van alle znw naamval, geslacht, getal en functie van de naamval:


      Ἡ τοῦ ἀδελφοῦ γυνὴ ἐν τῷ πεδίῳ υἱὸν τίκτει.

      Slide 13 - Tekstslide