Les 2.5 Spelling

Nederlands
Klas 2 KGT
 2.5 Spelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Klas 2 KGT
 2.5 Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
Lesafspraken
Stillezen
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk bespreken
Instructie Grammatica
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
We lezen in stilte.


timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik:
Toets bijna nagekeken (probeer ik vandaag af te krijgen)
Fictie
Grammatica

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze paragraaf:
  • weet je hoe je klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd spelt.
  • weet je hoe je de regel van ’t kofschip gebruikt.
  • weet je hoe je samenstellingen spelt.

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Je hebt 8 zinnen gekregen.
Verdeel deze in zinsdelen en geef met afkortingen de volgende zinsdelen aan: pv - wwg - ond - lvw -

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
1. Geef jij de appelmoes even door?
2. Gisteren gaf mijn zusje een spreekbeurt over energie.
3. Het paard heeft zijn ruiter er afgegooid.
4 Zij is vergeten dat formulier in te vullen.


Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
5. Jari heeft vanmorgen zijn band geplakt.
6. De appels hangen nog in de bomen.
7. Waarom zitten jullie iedere keer te lachen?
8. Mijn zusje zit de handtekening van mijn vader na te maken.

Slide 9 - Tekstslide

Instructie Spelling
  • blz. 79 - maak opdracht 1
  • bij klankvaste ww hoor je of je -te of -de in de verleden tijd moet gebruiken.
  • blz. 80 - maak opdracht 2

Slide 10 - Tekstslide

Instructie Spelling
Weet je niet of je -te of -de moet schrijven, gebruik dan 't K o F S CH i P  X
1. Neem de stam van het werkwoord.
2. Kijk naar de laatste letter.
3. Zit de letter in 't kofschip, dan schrijf je -te.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maken in schrift:
Opdracht 3 + 4 (80)

Dit is het huiswerk voor de volgende les.

Slide 12 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht
Neem voor de volgende les alle spullen mee, dus ook leesvoer.
Maak je huiswerk af wanneer je dit nog niet hebt gedaan.

Slide 13 - Tekstslide