2.1 Stoffen in huis

Wat is NaSk?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is NaSk?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt vier stofeigenschappen benoemen
  • Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
  • Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Stoffen
Par. 2.1 Stoffen in huis

Slide 4 - Tekstslide

Stoffen in huis

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de juist naam bij het plaatje. Weet je zeker dat dit goed is??
Hoe kun je zeker weten met welke stof je te maken hebt?
ZOUT
SUiKER
MEEL

Slide 7 - Sleepvraag

Suiker kun je herkennen 
aan een aantal eigenschappen.
  • kleur
  • smaak
  • oplosbaarheid
  • brandbaarheid


 
STOFEIGENSCHAPPEN.

Slide 8 - Tekstslide

Stofeigenschap
  •  een eigenschap waar je een stof aan kunt herkennen.
  • De combinatie van stofeigenschappen
      geeft de "vingerafdruk" van een stof.
  • Een stofeigenschap moet altijd geldig zijn.

        VOORBEELD SUIKER: 
zoete smaak, oplosbaar in water, brandbaar, vaste stof bij kamertemperatuur

Slide 9 - Tekstslide

Een stofeigenschap van zout is:
A
de korrelgrootte
B
de smaak
C
hoe zwaar het is
D
de temperatuur

Slide 10 - Quizvraag

Water kookt bij 100°C.
Dat is wel/ geen
stofeigenschap van water.
A
wel
B
geen

Slide 11 - Quizvraag

Water is vaak vloeibaar.
Dat is wel/ geen
stofeigenschap van water.
A
wel
B
geen

Slide 12 - Quizvraag

Stoffen ordenen
Meestal gebruik je toepassingen of eigenschappen van stoffen om deze te ordenen. Voorbeeld: eten en verf staan niet in dezelfde kast!

Slide 13 - Tekstslide

Stoffen en veiligheid.
Soms kan een stof gevaarlijk zijn

  • als je de stof inademt;
  • als je de stof inslikt;
  • als je de stof op je huid, in je ogen of op je kleren krijgt;
  • als je er met vuur bij komt;
  • als je de stof met een andere stof mengt

Slide 14 - Tekstslide

Stoffen en veiligheid
Let op de gevarensymbolen (pictogrammen).

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Maak de opgaven van par. 2.1 Stoffen in huis

Opgaven 1 t/m 12 op bladzijde 47/49
GT havo: Plus bladzijde 50

Slide 16 - Tekstslide